Burgers en stoommachines les 6, herhalen
1 / 15
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Waarom raakte een herbergier in de 19e eeuw klanten kwijt?
A
Door de opkomst van hotels in steden verbleven mensen niet meer in herbergen.
B
Door de uitvinding van de stoomtrein reisden mensen in 1 dag naar de plaats van bestemming en hoefden niet meer in een herberg te overnachten.
C
Door de uitvinding van de auto reisden mensen sneller en hoefde niet te overnachten.
Slide 7 - Quizvraag
Waarom woonden families in de stad in kleine ruimtes?
A
Er was weinig ruimte in buurt van de fabriek
B
De overheid verbood grote huizen in de stad
C
Mensen wilden geen grote huizen
Slide 8 - Quizvraag
Hoe zag het leven van een thuiswever eruit?
A
Hij woonde op het platteland, de wol kwam van zijn eigen schapen
B
Hij werkte in een grote fabriek en had geen eigen schapen.
C
Hij woonde in de stad en werkte uitsluitend met geïmporteerde wol.
Slide 9 - Quizvraag
Waaruit blijkt dat veel mensen in de tijd van burgers en stoommachines arm waren?
A
Mensen moesten vaak reizen voor werk
B
Mensen konden geen boeken kopen omdat die te duur waren.
C
Kinderen moesten werken om te zorgen voor genoeg geld.
Slide 10 - Quizvraag
Wie streed voor het vrouwenkiesrecht?
A
Vincent van Gogh
B
Napoleon Bonaparte
C
Aletta Jacobs
Slide 11 - Quizvraag
Wie schreef een boek over het uitbuiten van de bevolking van Nederlands-Indië?
A
Karl Marx
B
J.R.R. Tolkien
C
Multatuli
Slide 12 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van ongelijkheid in de 19e eeuw?
A
De koning had veel macht en het volk niet.
B
Iedereen had dezelfde rechten en plichten
C
Alle mensen konden stemmen en politieke beslissingen nemen
Slide 13 - Quizvraag
Waar maakte het kinderwetje van Van Houten en de leerplichtwet een einde aan?
A
Kinderarbeid
B
Dwangarbeid voor volwassenen
C
Nachtwerk voor volwassenen
