Didactiek 6.1

Didactiek periode 6 les 1
Paragraaf 2.1
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DidactiekMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Didactiek periode 6 les 1
Paragraaf 2.1

Slide 1 - Tekstslide

Eerst even kennismaken!
                                                Mandy van Dongen
    
                                              Anneloes Martens

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen 
  • De student kent de keuzes voor de verschillende vormen van sturing en ken de voor- en nadelen hiervan.
  • De student weet welke taken bij het begeleiden van de werkvorm “ project “horen
  • De student kent verschillende manieren om voorkennis te activeren.
  • De student kent 6 manieren van instructie geven en kan deze inzetten.












Slide 4 - Tekstslide

Kennis kunnen reproduceren
Verwerken van informatie / toepassen van kennis
Manieren van sturing
Leraargestuurd
Leerlinggestuurd

Slide 5 - Sleepvraag

Werken in projecten
Ben jij bekend met het werken in projecten op je stage?

Vertel eens!

Wat betekent het voor jou als onderwijsassistent?
Welke taken zijn dan belangrijk denk je?

Slide 6 - Tekstslide

Leespauze
timer
5:00

Lees blz 49 en 50 

Slide 7 - Tekstslide

Bekijk het volgende filmpje

Welke taken zie je terugkomen?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Voorkennis activeren

Slide 10 - Woordweb

Kenmerken van werkvormen ter activering van voorkennis:
- Kort en krachtig
- Wat weet ik al, wat nog niet? 
- Inspirerend voor leerlingen, zin krijgen om er mee bezig te zijn, ideeën krijgen
- Voor leerlingen wordt duidelijk waarom ze iets moeten leren
- Voor leerlingen wordt duidelijk wat ze met de kennis kunnen (doel en functie)
- Leerlingen delen kennis én vragen met elkaar en met de docent
- Leerlingen krijgen een beeld van wat ze aan het eind zeker moeten beheersen (leerdoelen helder)

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht
Op de volgende 2 sheets staan voorbeelden van activiteiten om voorkennis op te halen. 


Bespreek met je buurman / buurvrouw welke activiteit jij als OA zou willen toepassen en waarom!

Slide 12 - Tekstslide

Activeren van voorkennis

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Instructievormen
Wat is instructie?


Slide 15 - Tekstslide

Instructievormen
Wat is instructie?

Instructie voegt nieuwe informatie toe en verbindt deze met de kennis die een leerling al heeft. Je kiest een instructievorm die bij de situatie past.

Instructie geven door een fiets te repareren doe je door....?


Slide 16 - Tekstslide

Instructievormen
1. Uitleg
2. Voordoen
3. Leestekst
4. Geprogrammeerde instructie
5. Leren van beelden



Slide 17 - Tekstslide

Eindopdracht deel 1
  • Leg uit wat deze instructievorm inhoudt
  • Voor welke soort opdrachten is deze vorm geschikt
  • Wanneer kun je deze beter wel of juist beter niet gebruiken?
  • Wat is belangrijk om aan te denken bij deze vorm?
  • Wat vraagt deze vorm van de leerlingen?

timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

Eindopdracht deel 2
Met je groepje bedenk je nu een instructie voor een 5 minuten spel. Je werkt dit helemaal uit zodat je het volgende week kan presenteren voor de groep. 


Eisen:
De instructie duurt niet langer dan 10 minuten. 
Het gehele groepje neemt deel aan de presentatie.
Jullie gedraaide instructievorm moet hier verplicht in terug komen!
timer
20:00

Slide 19 - Tekstslide

Lesdoelen behaald?
  • De student kent de keuzes voor de verschillende vormen van sturing en ken de voor- en nadelen hiervan.
  • De student weet welke taken bij het begeleiden van de werkvorm “ project “horen
  • De student kent verschillende manieren om voorkennis te activeren.
  • De student kent 6 manieren van instructie geven en kan deze inzetten.












Slide 20 - Tekstslide