In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Zorg voor anderen
Slide 1 - Tekstslide
Aan het einde van deze les weet je hoe je kan omgaan met zorgvragers.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Waar kan jij een zorgvrager bij helpen?
Slide 4 - Woordweb
Als assistent dienstverlening en zorg help je andere mensen (zorgvragers).
Je gaat bijvoorbeeld een stuk wandelen of helpt bij het doen van de boodschappen. Bij alle hulp die je aanbiedt let je er op wat een zorgvrager zelf nog kan. Je gaat op een fijne manier met de ander om.
Slide 5 - Tekstslide
In de zorg heb je contact met mensen.
Je voert een gesprek, houdt een hand vast en je assisteert bij het aankleden.
Een goede communicatie is dan belangrijk.
Slide 6 - Tekstslide
Communiceren is het overbrengen en ontvangen van een boodschap.
We kennen verbale en non verbale communicatie.
Voor een zorgvrager is het fijn om te weten wat er gaat gebeuren. Probeer je maar eens te verplaatsen in de ander.
Slide 7 - Tekstslide
Wat is non verbale communicatie?
Slide 8 - Open vraag
Sommige zorgvragers voelen zich eenzaam.
Soms ben jij de enige persoon die langkomt op een dag.
De meeste zorgvragers vinden het dan fijn om een praatje met je te maken. Door vragen te stellen toon je interesse.
Slide 9 - Tekstslide
LSD-methode
Voor een goed gesprek is het belangrijk dat je goed luistert, regelmatig samenvat en de juiste vragen stelt.
Slide 10 - Tekstslide
Waar staan de letters L, S, D voor in de LSD-methode?
Slide 11 - Open vraag
Hoe begin je een gesprek?
Naomi werkt in de thuiszorg. Ze helpt meneer Vos twee keer in de week thuis bij het schoonmaken van zijn huis. Vandaag komt ze bij hem langs. Ze wil graag een gesprekje met hem voeren. Ze ziet een foto op zijn kast staan.
Slide 12 - Tekstslide
Welke vraag zou ze aan meneer Vos kunnen stellen om een gesprek te beginnen?
Slide 13 - Open vraag
Bekijk de volgende video waarin Anna een envelop aan mevrouw Zwaans geeft.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Gaat Anna op de juiste manier met mevrouw Zwaans om? Leg uit.
Slide 16 - Open vraag
Let Anna volgens jou op non-verbale communicatie?
A
Ja
B
Nee
Slide 17 - Quizvraag
Bekijk de video waarin Anna op een andere manier met mevrouw Zwaans omgaat.
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Wat doet Anna nu beter?
Slide 20 - Open vraag
Wat heeft dit voor effect op mevrouw Zwaans?
Slide 21 - Open vraag
Mevrouw Jansen heeft een nieuwe heup. Ze gaat vandaag wandelen met Anna. Het lopen gaat langzaam, maar het gaat iedere dag een stukje beter.
Slide 22 - Tekstslide
Bij de omgang met zorgvragers is het belangrijk dat je je kunt inleven in een ander.
Dit noemen we empathie.
Je kunt je verplaatsen in de gedachten en gevoelens van een ander.
Slide 23 - Tekstslide
Hoe kan Anna empathie tonen?
Slide 24 - Open vraag
Zou jij later in de zorg willen werken? Leg uit.
Slide 25 - Open vraag
Slide 26 - Tekstslide
Opdracht
www.uitgeversgroep.nl
Hoofdstuk 7
blz 171- 177
Slide 27 - Tekstslide
Waar en wanneer houd je rekening met de privacy van een cliënt?