Mens en zorg hoofdstuk 3

Mens en zorg.
Beroepshouding en vaardigheden.

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Mens en zorg.
Beroepshouding en vaardigheden.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen:
De leerling weet welke vaardigheden horen bij goed communiceren.
De leerling weet welke vaardigheden horen bij een goede beroepshouding.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goed communiceren:
Communiceren: het overbrengen van informatie, wensen, gevoelens en ideeën.

Non-verbaal (zonder woorden) of verbaal (met woorden).

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goed communiceren:
Actief luisteren: niet alleen horen wat de ander zegt, maar ook begrijpen wat de ander zegt.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht:
Maken opdracht 3.03 (blz. 54). 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht:
Maken opdracht 3.04 (blz. 55). 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goed communiceren:
LSD techniek:
Luisteren
Samenvatten
Doorvragen
De zorgvrager voelt zich hierdoor begrepen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goed communiceren:
Open vragen: beginnen met een vraagwoord.
Gesloten vragen: kan beperkt beantwoord worden.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht:
Lezen: blz. 52 t/m 56.
Maken opdracht 3.02 (blz. 53), 3.05 (blz. 57). 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Goede beroepshouding:
Beroepshouding: de manier waarop je jezelf gedraagt op je werk.

Respect tonen: waardering voor de ander.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goede beroepshouding:
Normen en waarden:
Waarden: wat iemand belangrijk vindt in zijn leven.
Normen: gedrag regels om je waarden te bereiken.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Goede beroepshouding:
Empathie: je verplaatsen in de gevoelens van een ander.
Intieme zone: minder dan 45 cm afstand tussen jou en de zorgvrager.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goede beroepshouding:
Eigen grenzen bewaken: het duidelijk maken wat je wel/niet accepteert en wat belangrijk voor jou is.

Assertief: aangeven van je grenzen.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Goede beroepshouding:
Feedback: iemand aanspreken op houding, gedrag of werk.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht:
Lezen: blz. 58 t/m 67.
Maken opdracht 3.06 b (blz. 59), 3.07 c/d/e (blz. 62), 3.08 (blz. 63), 3.11 (blz. 65), opdracht 3.13 c (blz. 69) en opdracht 3.14 ( blz. 70/71). 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als je iemand met respect benadert, houd je rekening met..
A
datgene wat de ander belangrijk vindt
B
iemands taal
C
de 1, 5 meter
D
wat de ander leuk vindt

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stelling: Als je respect voor iemand hebt, dan ben je het altijd met hem/haar eens.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is empathie?
A
contact gestoord
B
inlevingsvermogen
C
sociaal gedrag
D
inspanning

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van Empathie?
A
Boodschappen doen voor de oude buurman
B
Je niet kunnen inleven in een ander.
C
Luisteren en begrip tonen naar iemand die net z'n partner is verloren.
D
Tijdens een voetbalwedstrijd woorden naar de scheidsrechter roepen.

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een goed voorbeeld van een norm?









A
We keuren agressief gedrag af.
B
Je mag geen geweld plegen.
C
We waarderen het als iemand geduldig met kinderen omgaat.
D
We stellen eerlijkheid erg op prijs.

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn waarden?
A
Wat JIJ belangrijk vindt in het leven
B
Hetzelfde als normen
C
Regels die de wet bepaalt
D
Wat anderen belangrijk vinden

Slide 26 - Quizvraag


Waarden zijn cultuur- en persoonsafhankelijk 
Wat gebruik je bij verbale communicatie?
A
Woorden
B
Lichaamstaal
C
Gebaren
D
Zowel woorden als gebaren

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Non-verbale communicatie is
A
Bellen
B
Zwaaien
C
Gedag zeggen
D
Begroeten

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als ik actief luister dan...
A
Kijk ik de ander aan
B
Doe ik twee dingen tegelijker tijd
C
Maak ik ondertussen notities
D
Luist ik alleen maar

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een open vraag
A
Heb je huisdieren?
B
waarom heb je voor die sport gekozen?
C
Is het leuk om te tennissen?
D
krijg jij genoeg zakgeld?

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een gesloten vraag?
A
Ben jij morgen jarig?
B
Vier je morgen je verjaardag?
C
Waarom vier je morgen je verjaardag niet?
D
Hoe vind je het nu je je verjaardag niet kan vieren door corona?

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting:
Lesevaluatie.
Vooruitblik volgende les.
Huiswerk.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies