Bondgenootschappen= afspraken over samenwerking tussen verschillende landen
Nationalisme= liefde voor het eigen land
Militarisme= verheerlijking van het leger
Wapenwedloop= Strijd om de sterkste wapens
Geschiedenis | Klas 2 | Periode 2 | §3.1 De Eerste Wereldoorlog
Foto uit: ‘Wereld in vlammen’ – Dan Jones en Marina Amaral,
Slide 4 - Tekstslide
Geschiedenis | Klas 2 | Periode 2 | §3.1 De Eerste Wereldoorlog
Het Duitse Rijk was een stuk kleiner dan wij Duitsland nu kennen
Polen is onderdeel van Rusland, net als Wit-Rusland, Letland, Estland, Lithouwen en Oekraine
Bestond uit het hedendaagse: Oostenrijk, Hongarije, Bosnië en Herzegovina, Kroatië, Tsjechië, Slowakije, Slovenië en delen van Italië, Montenegro, Polen, Roemenië, Servië en Oekraïne.
Het Ottomaanse Rijk kennen we nu als Turkije
Kaart van Europa in 1914
Slide 5 - Tekstslide
Bondgenootschappen in1914
Geschiedenis | Klas 2 | Periode 2 | §3.1 De Eerste Wereldoorlog
Geallieerden
Centralen
Groot-Brittannië
Duitsland
Rusland
Oostenrijk -
Hongarije
Frankrijk
Ottomaanse Rijk
Italië '15
Verenigde Staten '17
Bondgenootschappen in 1914
Slide 6 - Tekstslide
Geschiedenis | Klas 2 | Periode 2 | §3.1 De Eerste Wereldoorlog
Bondgenootschappen in 1914
Sleep het juiste land naar het juiste bondgenootschap -> Let goed op het jaartal!
Geallieerden
Centralen
Bondgenootschappen in 1914
Duitse Rijk
Rusland
Italië
Oostenrijk-Hongarije
Frankrijk
Groot-Britannië
Slide 7 - Sleepvraag
De eerste wereldoorlog was van... tot...
A
1914-1917
B
1940-1945
C
1914-1918
D
1914-1919
Slide 8 - Quizvraag
Duitsland na de Eerste Wereldoorlog
Duitsland werd verplicht de het Verdrag van Versailles te accepteren:
Kolonies afstaan
Gebieden afstaan
Kleiner leger (100.000)
Miljarden aan herstelbetalingen
Veel Duitsers voelden zich vernederd
het ging slecht met de Duitse economie.
Het geld werd niets waard. Kinderen gebruikten het als speelgoed.
Slide 9 - Tekstslide
De Roerige jaren 20'
Amerika gaat een 'Gouden tijd' tegenmoet na de Eerste Wereldoorlog
Auto's
Koelkasten
Radio's
Rond 1925 gaat het in meerdere Europese landen goed, zelfs Duitsland.
Totdat de wereldcrisis aanbrak....
In de Roerige jaren 20' was het motto: ''Leef nu, betaal later''. Heel de Amerikaanse samenleving was gebaseerd op (ongezonde) leningen.
Slide 10 - Tekstslide
De Wereldcrisis
In 1929 Amerika ontstaat er een crisis omdat veel mensen minder geld leenden en niet meer terug kunnen betalen.
Gevolgen:
Bedrijven gingen minder produceren
Personeel werd ontslagen
De crisis komt ook naar Europa
Slide 11 - Tekstslide
Zelf aan de slag
- Lees paragraaf 3.1 en 3.2
- Schrijf alle dikgedrukte woorden op in je schrift
- Schrijf naast de dikgedrukte woorden de betekenis van het begrip.