In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welkom!
Salestheorie
Slide 1 - Tekstslide
Doel van vandaag
Je weet in hoeverre je nog kennis hebt van eerder behandeld stof
Je weet hoe een examen eruit ziet op niveau 4
Slide 2 - Tekstslide
Agenda
Wat weet je nog?
Proeftoets niveau 4
Slide 3 - Tekstslide
Wat weet je nog?
Slide 4 - Tekstslide
Deze klant is kritisch en kent cijfers en details. Dit is de
A
Dominante klant
B
Afstandelijke klant
C
Sociale klant
Slide 5 - Quizvraag
Deze klant komt moeilijk ter zake en gaat conflicten uit de weg. Dit is de
A
Dominante klant
B
Afstandelijke klant
C
Sociale klant
Slide 6 - Quizvraag
Iemand die tot de doelgroep behoort, maar met wie (nog) geen contact is gemaakt is een
A
suspect
B
prospect
C
lead
D
klant
Slide 7 - Quizvraag
Potentiële klant die interesse heeft getoond in een product is een
A
suspect
B
prospect
C
lead
D
klant
Slide 8 - Quizvraag
Een lead met wie je wel contact hebt maar die nog geen koper is.
A
suspect
B
prospect
C
lead
D
klant
Slide 9 - Quizvraag
Nieuwe klanten zoeken via je netwerk of via social media is
A
directe acquisitie
B
indirecte acquisitie
Slide 10 - Quizvraag
Een afnemer vertelt zijn leverancier dat hij te weinig ruimte heeft om de spullen op te slaan. De leverancier geeft aan vaker te leveren. Welke verkoopmethode is dit?
A
Behoeftegerichte
B
Procesgerichte
C
Relatie advies
D
Probleemoplossend
Slide 11 - Quizvraag
Een salesmanager stuurt zijn commerciële medewerkers aan op intensief contact met klanten. De verkopers denken met klanten mee en hebben veel technische kennis. Welke verkoopmethode is dit
A
Behoeftegerichte
B
Procesgerichte
C
Relatie advies
D
Probleemoplossend
Slide 12 - Quizvraag
Als een klant aan het eind van het gesprek twijfelt om het product te kopen wat voor vraag stel je dan?
Slide 13 - Open vraag
Een verkoper vraagt aan een klant. U wilt toch ook niet u bijdraagt aan het vervuilen van het milieu? Wat voor vraag je is dit?
A
hypothese vraag
B
suggestieve vraag
C
retorische vraag
D
open vraag
Slide 14 - Quizvraag
Als u met ons een samenwerking aangaat en uw klanten gaan hierdoor meer afnemen. Hoe zou u dat vinden? Wat voor soort vraag is dit?
A
hypothese vraag
B
suggestieve vraag
C
retorische vraag
D
open vraag
Slide 15 - Quizvraag
Linda gaat regelmatig een weekend weg. Ze besteedt niet veel aandacht aan de voorbereiding. Ze boekt altijd via booking.com. Van welk type koopgedrag is hier sprake?
A
UPO
B
BPO
C
RAG
Slide 16 - Quizvraag
Een groothandel heeft een bestelling ontvangen van een klant. Deze klant heeft al dezelfde producten al eerder gekocht. De producten behoren tot het vaste assortiment van de groothandel. Over welk koopgedrag hebben wij het hier?
A
UPO
B
BPO
C
RAG
Slide 17 - Quizvraag
Aankoopgedrag waarbij de consument door zijn ervaring met het product niet lang hoeft na te denken over zijn aankoop
A
UPO
B
BPO
C
RAG
Slide 18 - Quizvraag
Aankoopgedrag waarbij de consument enige ervaring heeft met het product en enige moeite doet om de ontbrekende kennis aan te vullen.
A
UPO
B
BPO
C
RAG
Slide 19 - Quizvraag
Groothandel wil naast kantoormeubels ook kantoorartikelen toevoegen aan het assortiment en moet hiervoor inkoopcontracten afsluiten met nieuwe leveranciers. Van welke markt is sprake bij het afsluiten van de inkoopcontracten?
A
B2B
B
B2C
Slide 20 - Quizvraag
Deze persoon bepaalt uiteindelijk of het product wordt aangeschaft of niet
A
Inkoper
B
Portier
C
Beslisser
D
Initiator
Slide 21 - Quizvraag
Deze persoon is de contactpersoon voor betrokkenen bij het aankoopproces van binnen en buiten de organisatie
A
Inkoper
B
Portier
C
Beslisser
D
Initiator
Slide 22 - Quizvraag
Deze persoon draagt mogelijke leveranciers aan en legt daarmee de eerste contacten
A
Inkoper
B
Portier
C
Beslisser
D
Initiator
Slide 23 - Quizvraag
Deze persoon kaart het probleem binnen de organisatie als eerste aan
A
Inkoper
B
Portier
C
Beslisser
D
Initiator
Slide 24 - Quizvraag
Een groothandel gaat naast hun huidige assortiment ook natuurlijke en dierproefvrije verzorgingsproducten verkopen. Hiervoor moeten ze een inkoopcontract afsluiten met nieuwe leveranciers. Welke koopsituatie is dit?
A
New task
B
Modified rebuy
C
Straight rebuy
Slide 25 - Quizvraag
Wat is geen taak van een inkoper?
A
Contact onderhouden met klanten
B
Bijhouden inkoopadministratie
C
Selecteren geschikte leveranciers
D
Onderhandelen met leveranciers
Slide 26 - Quizvraag
Een koopsituatie waarin de klant voor de eerste keer een bepaald product inkoopt
A
straight rebuy
B
modified rebuy
C
new task
Slide 27 - Quizvraag
Een klant past een productspecificatie aan veranderde eisen aan. Hoe noem je deze koopsituatie
A
straight rebuy
B
modified rebuy
C
new task
Slide 28 - Quizvraag
Een klant koopt een product in dat hij al eerder inkocht bij dezelfde leverancier
A
straight rebuy
B
modified rebuy
C
new task
Slide 29 - Quizvraag
Wat kun je met een snijpunt van een sellogram
Slide 30 - Open vraag
Je hebt als verkopen een goed gesprek met je klant. Je klant geeft aan dat hij nog geen zaken met je wilt doen je omdat hij graag de offertes van andere leveranciers afwacht. Wat voor weerstandreactie heeft deze klant dan?
A
macht
B
twijfel
C
interesse
D
nadeel
Slide 31 - Quizvraag
Een klant zegt dat de vorige bestelling veel te laat geleverd is. De verkoper geeft aan dat er problemen waren met de levertijd, maar dat deze inmiddels verholpen zijn. Welke tegenspraaktechniek gebruikt de verkoper hier om het bezwaar van de klant te weerleggen?
A
verzachtende tegenspraak
B
derdepersoonstechniek
C
voorwaardelijke instemming
Slide 32 - Quizvraag
Wat is de functie van een KVV-matrix?
A
Voordelen van jouw aanbod tov de concurrent
B
Eigenschappen van je product aansluiten bij wensen van klant.
C
Voor- als nadelen van een producteigenschap naast elkaar zetten.
D
Criteria van klant bij leverancierskeuze in kaart brengen.
Slide 33 - Quizvraag
Wat is de functie van een ENN-matrix?
A
Criteria van klant bij leverancierskeuze in kaart brengen.
B
Eigenschappen van je product aansluiten bij wensen van klant.
C
Voordelen van jouw aanbod tov de concurrent
D
Voor- als nadelen van een producteigenschap naast elkaar zetten.
Slide 34 - Quizvraag
Wat is de functie van een Sellogram?
A
Voordelen van jouw aanbod tov de concurrent
B
Voor- als nadelen van een producteigenschap naast elkaar zetten.
C
Eigenschappen van je product laten aansluiten bij wensen van de klant.
D
Criteria van klant bij leverancierskeuze in kaart brengen.
Slide 35 - Quizvraag
De inkoper kan kiezen uit meerdere leveranciers. Welke onderhandelingsstrategie is van toepassing?
A
Zuivere strategie
B
Competitieve strategie
C
Coöperatieve strategie
Slide 36 - Quizvraag
De inkoper en leverancier komen tot een compromis en lossen elkaars probleem op. Welke onderhandelingsstrategie is van toepassing?
A
Competitieve strategie
B
Coöperatieve strategie
C
Zuivere strategie
Slide 37 - Quizvraag
De inkoper is voor deze maatwerkproducten afhankelijk van de leverancier. Welke onderhandelingsstrategie is van toepassing?
A
Competitieve strategie
B
Zuivere strategie
C
Coöperatieve strategie
Slide 38 - Quizvraag
Als een commercieel medewerker aan het eind van zijn gesprek zegt: Zal ik het bed bij u leveren? En zal ik daar ook kussens bij doen? Wat voor soort afsluittechniek is dit?