GS GM3 Ind.1 De Industriële Revolutie in Engeland.

Geschiedenis - Gemengd/Mavo 3
De industriële revolutie
in Engeland
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Geschiedenis - Gemengd/Mavo 3
De industriële revolutie
in Engeland

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet waarom de Industriële Revolutie in Engeland begon.
  • Je weet hoe de Industriële Revolutie in Engeland verliep.

Slide 2 - Tekstslide

Wat gebeurde er tijdens de Industriële Revolutie?

Slide 3 - Woordweb

Oorzaken Industriële Revolutie
  • Agrarische revolutie
  • Mechanisering
  • Demografische revolutie

Slide 4 - Tekstslide

Agrarische Revolutie
  • Adel werd grootgrondbezitter
  • Machines voor landbouw (mechanisering)
  • Nieuwe gewassen (aardappel) en zaaizaad
  • Betere (kunst)mest
  • Dieren fokken

Slide 5 - Tekstslide

Demografische Revolutie
Oorzaken:
  • Meer eten beschikbaar
  • Betere medische zorg en hygiëne
Gevolgen:
  • Minder sterfte
  • Meer geboortes

Slide 6 - Tekstslide

Huisnijverheid
  • Kleinschalig maken van producten in eigen huis
  • Vaak bijbaan naast landbouw
Nieuwe machines:
  • Spinning Jenny (1765)
  • Waterframe (1769) 

Slide 7 - Tekstslide

Spierkracht>Waterkracht> Stoomkracht
  • Spierkracht: aangedreven door mensen of dieren
  • Natuurkracht: aangedreven door water of wind
  • Stoomkracht: aangedreven door stoom 

Slide 8 - Tekstslide

Industrieel kapitalisme

Slide 9 - Tekstslide

Slechte arbeidsomstandigheden
Gevolg van kapitalisme: arbeiders uitgebuit
  • Lange werktijden en weinig pauze
  • Onveilige machines, veel ongelukken
  • Zwaar werk en vuile ruimtes, veel ziektes
  • Weinig tot geen vrije dagen
  • Lage lonen

Slide 10 - Tekstslide

Geen riolering, water, bestrating, vuilnisdienst, verlichting. Erg kleine huizen (één familie per kamer), dicht op elkaar, niet geïsoleerd, geen hygiëne, veel ziektes, vlakbij ongezonde fabrieken. 
Verstedelijking, mensen verhuizen van platteland naar de stad.
Urbanisatie
Woonomstandigheden

Slide 11 - Tekstslide

Wat hoort niet bij de agrarische revolutie?
A
Schaalvergroting
B
Nieuwe gewassen
C
Mechanisering
D
Industrialisatie

Slide 12 - Quizvraag

Wat hoort niet bij de agrarische revolutie?
A
Meer werk in de landbouw
B
Nieuwe zaden
C
Betere (kunst)mest
D
Dieren fokken

Slide 13 - Quizvraag

Waardoor kwamen er meer mensen (demografische revolutie)?
A
Betere medicijnen en kennis
B
Urbanisatie
C
Hogere sterfte
D
Veel geboortes

Slide 14 - Quizvraag

Als eerste
Als tweede
Als derde
Als vierde
Spinning Jenny
Stoommachine
Spinnewiel
Waterframe

Slide 15 - Sleepvraag

Waarom was stoomkracht handiger en beter dan waterkracht?
A
Water was overal beschikbaar
B
Je kon het altijd en overal gebruiken
C
Er waren nóg minder mensen nodig
D
De machines waren goedkoper

Slide 16 - Quizvraag

Wat houdt industrialisatie in?
A
Automatisering
B
Komst van fabrieken
C
Verstedelijking
D
Thuis produceren

Slide 17 - Quizvraag

Wat houdt huisnijverheid in?
A
Thuis grootschalig produceren
B
Thuisproductie met waterraden
C
Thuis kleinschalig produceren
D
Thuis landbouw-producten verkopen

Slide 18 - Quizvraag

Wat houdt kapitalisme in?
A
Fabrieken bouwen met machines
B
Maken van goedkope producten
C
Geld uitgeven aan producten
D
Je bezit vergroten

Slide 19 - Quizvraag

Arbeids-
omstandig-
heden
Beide
Woon-
omstandig-
heden
Geen riolering
Lage lonen
Ziektes
Geen water
Kleine ruimtes
Ongezond
Gevaarlijke machines
Lange werkdagen

Slide 20 - Sleepvraag

Wat vond je van deze les? Heb je nog tips?

Slide 21 - Open vraag