In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Engeland
De opkomst van de machines
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan wij doen?
Instructie paragraaf 1
Lezen en maken
Afsluiting
Slide 2 - Tekstslide
Doel les
Oorzaken kunnen benoemen en herkennen bij het ontstaan van de Industriële Revolutie.
Het begrip Industriële revolutie kunnen uitleggen.
Slide 3 - Tekstslide
Engeland
rond 1700
Machtig land met een enorm groot rijk dat zich over de hele wereld uitstrekte.
De bevolking van Engeland groeit, hierdoor is er meer kleding nodig.
Veel kleding wordt gemaakt van katoen, dat door slaven op plantages wordt geplukt, en wol.
Het Britse Rijk omstreeks 1700
Slide 4 - Tekstslide
Oorzaken Industriële Revolutie
Agrarische revolutie
Mechanisering
Demografische revolutie
Slide 5 - Tekstslide
Agrarische Revolutie
Adel werd grootgrondbezitter
Machines voor landbouw (mechanisering)
Nieuwe gewassen (aardappel) en zaaizaad
Betere (kunst)mest
Dieren fokken
Slide 6 - Tekstslide
Voor de Agrarische Revolutie
Na de Agrarische Revolutie
Slide 7 - Tekstslide
Demografische Revolutie
Oorzaken:
Meer eten beschikbaar
Betere medische zorg en hygiëne
Gevolgen:
Minder sterfte
Meer geboortes
Slide 8 - Tekstslide
Huisnijverheid
Kleinschalig maken van producten in eigen huis
Vaak bijbaan naast landbouw
Nieuwe machines:
Spinning Jenny (1765)
Waterframe (1769)
Slide 9 - Tekstslide
Spierkracht>Waterkracht>Stoomkracht
Spierkracht: aangedreven door mensen of dieren
Natuurkracht: aangedreven door water of wind
Stoomkracht: aangedreven door stoom
Slide 10 - Tekstslide
Industrieel kapitalisme
Slide 11 - Tekstslide
Industriële Revolutie
De overgang van kleinschalige handmatige productie naar grootschalige machinale productie
Tussen 1750-1900 begonnen in Engeland (als gevolg van de bevolkingsgroei)
Belangrijke uitvindingen: Spinning Jenny, de schietspoel en de stoommachine
Slide 12 - Tekstslide
van kleinschalige handmatige productie in de huisnijverheid...
... naar grootschalige machinale productie in fabrieken
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
De grote verandering waarbij huisnijverheid vervangen wordt door productie in fabrieken en veel mensen in fabrieken gaan werken noem je de........
A
Industriële revolutie
B
Agrarische revolutie
C
Demografische revolutie
D
industriesector
Slide 15 - Quizvraag
In welk land begon de industriële revolutie
A
Belgie
B
Nederland
C
Engeland
D
Amerika
Slide 16 - Quizvraag
In welke eeuw begon de Industriële revolutie in Engeland?
A
16e eeuw
B
17e eeuw
C
18e eeuw
D
19e eeuw
Slide 17 - Quizvraag
De agrarische revolutie was een oorzaak van de industriële revolutie.
A
juist
B
onjuist
Slide 18 - Quizvraag
De industriële revolutie is een gevolg van de demografische revolutie.
A
juist
B
onjuist
Slide 19 - Quizvraag
Wat zie je op het plaatje?
A
de schietspoel
B
de spinning jenny
C
een weefgetouw
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist
Slide 20 - Quizvraag
Welk begrip hoort bij deze betekenis: Periode van grote en snelle verandering in West-Europa door de komst van industrie; deze periode duurde van 1760 tot 1850.
A
Industrialisatie
B
Kapitalisme
C
Industriële revolutie
D
Monarchie
Slide 21 - Quizvraag
Wat is industrialisatie?
A
Een periode van grote en snelle verandering door de komst van industrie.
B
Het ontstaan van industrie (fabrieken) in een gebied waar eerst vooral landbouw was.
C
Een speciale dans.
D
Mensen die in fabrieken werken.
Slide 22 - Quizvraag
Wat is een van de belangrijkste uitvindingen van de revolutie?
A
stoommachine
B
ploeg
C
straatverlichting
D
dienstensector
Slide 23 - Quizvraag
In welk land begon de Industriële revolutie?
A
Frankrijk
B
Engeland
C
Nederland
D
Duitsland
Slide 24 - Quizvraag
Door welke uitvinding konden de mensen, rond 1740, sneller weven?
A
De uitvinding van de stoommachine
B
De uitvinding van de Spinning Jenny
C
De uitvinding van de schietspoel
D
De uitvinding van het weefgetouw
Slide 25 - Quizvraag
In welke beroepen begon de Industriële revolutie?
A
Handel en Nijverheid
B
Handel en Landbouw
C
Landbouw en textiel
D
Textiel en handel
Slide 26 - Quizvraag
Door welke uitvinding konden de mensen, rond 1760 sneller spinnen?
A
De uitvinding van de stoommachine
B
De uitvinding van de Spinning Jenny
C
De uitvinding van de schietspoel
D
De uitvinding van het spinnewiel
Slide 27 - Quizvraag
Slide 28 - Tekstslide
Huiswerk:
Opdracht 2,4,6, 7 en 10 blz. 11/12
Slide 29 - Tekstslide
Verwerkingstijd
Maak vraag 1a, 2 en 4 blz. 11 van je katern
timer
9:00
Slide 30 - Tekstslide
Agrarische Revolutie
Gemeenschappelijke gronden, grond van Iedereen:
- Bos
- Weiland
Hier mochten boeren hun koeien en schapen etc laten grazen en hout sprokkelen.
Slide 31 - Tekstslide
Agrarische Revolutie
Mochten vanaf de 18e eeuw verkocht worden, gevolg:
Rijke mensen, vooral van adel kochten veel grond en werden grootgrondbezitters
Slide 32 - Tekstslide
Demografische Revolutie
- Meer eten zorgt ervoor dat er meer mensen komen
- Betere medicijnen en hygiëne
Dit zorgt ervoor dat er zoveel meer mensen worden geboren dan er sterven, dit noemen we de Demografische Revolutie
Slide 33 - Tekstslide
1750-1850
In 100 jaar gaat Engeland van 6 miljoen inwoners naar 18 miljoen inwoners!
Slide 34 - Tekstslide
Industriële Revolutie
kleine boeren hoefden niet de hele tijd aan het land te werken, bijvoorbeeld in de winter.
De meeste mensen maakten daarom thuis alles zelf. Potten, manden, kleding etc.
Dit noemen we Huisnijverheid
Slide 35 - Tekstslide
Verbetering van machines
1750: Één spinner maakte 1 klos garen per uur op een spinnewiel
1760: Één spinner maakte 8 klossen garen per uur op een spinning Jenny
1770: Één spinner maakte 200 klossen garen per uur op een Waterframe
Slide 36 - Tekstslide
Te groot
Het Waterframe werkte via waterkracht, met een groot waterrad, deze kon dus niet thuis staan en dus kwamen er...
Slide 37 - Tekstslide
Slide 38 - Tekstslide
Belangrijk was de stoommachine.
Slide 39 - Tekstslide
Stoommachine
De stoommachine zorgt ervoor dat er nog meer geproduceerd kan worden:
1780: Één spinner kan wel 500-1000 klossen garen maken met een machine op stoom!