Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Modal verbs: can, have to and must
Lesson goals
Today you will learn...
- What modal verbs are;
- When to use can, have to and must;
1 / 11
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
In deze les zitten
11 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Lesson goals
Today you will learn...
- What modal verbs are;
- When to use can, have to and must;
Slide 1 - Tekstslide
Modal verbs
Modal verbs (modale werkwoorden) zijn hulpwerkwoorden die je
extra betekenis geven over het hoofdwerkwoord
in de zin.
De modal verbs zijn:
Can
, could, may, should,
must
,
have to
, might & may.
Slide 2 - Tekstslide
Geef de juiste vertaling
Ik spreek vijf talen.
A
I can speak five languages.
B
I'm speaking languages five.
C
I speak can five languages.
D
I'm speaking five languages at the moment.
Slide 3 - Quizvraag
How to use: can
We gebruiken 'can' wanneer we het hebben over regels die andere mensen ons hebben opgelegd. Je geeft aan of iets mogelijk is/toegelaten is.
+ I
can
sit on that chair.
- I
can't
move my arm, because it's broken.
?
Can
I invite some friends to stay?
Slide 4 - Tekstslide
Bedenkt een zin waarin je can of can't gebruikt.
Slide 5 - Open vraag
modal verb: have to
We gebruiken
have to
wanneer we
iets moeten
doen, dus wanneer het verplicht of nodig is.
We gebruiken
don't have to
wanneer iets
niet nodig/verplicht
is.
I
have to
wear glasses in order to read.
You
don't have
to go home straight after school.
Slide 6 - Tekstslide
Hoe zou je de volgende zin vertalen?
Moet ik meteen naar huis komen?
A
Have I come home straight away?
B
Does I have to come home straight away?
C
Do I have to come home straight away?
D
Does she have to come home straight away?
Slide 7 - Quizvraag
IMPORTANT
+
I/you/we/they
He/she/it
have to help
has
to help
-
I/you/we/they
He/she/it
don't have to.
doesn't
have to.
?
DO I/you/we/they
DOES
he/she/it
have to help?
has
to help?
Slide 8 - Tekstslide
PICK THE RIGHT ANSWER
A
I have to be at school on time.
B
I must be at school on time.
C
I can be at school on time.
D
I be at school on time.
Slide 9 - Quizvraag
modal verb: must
Must
heeft bijna dezelfde betekenis als have to, maar we gebruiken vaker have to.
LET OP: negatieve vorm van must = mustn't (iets wat je niet mag doen).
- You
mustn't
leave litter lying around.
Slide 10 - Tekstslide
Homework
Book: page 62
exercises 4 & 5
Slide 11 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Modal verbs: can, have to and must
Maart 2023
- Les met
23 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Modal verbs: can, have to and must
November 2023
- Les met
23 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Modals
Juni 2022
- Les met
17 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Modals
November 2023
- Les met
23 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Week 5 O18 les 1 Modal verbs + past modals I. 3 U. 3 p. 30-33.
Januari 2023
- Les met
39 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
4H Modal Verbs 5.1
December 2023
- Les met
24 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
modal verbs
Maart 2023
- Les met
11 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Modal verbs for speculating
April 2021
- Les met
15 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2