H5 Steden, staten en de kerk

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

H5 Steden, staten en de kerk

5.1 Handel en de opkomst van steden

Leerdoelen

Je kunt de oorzaken noemen van de opkomst van de steden in de late middeleeuwen.

Je kunt uitleggen dat er weer een geldeconomie ontstond.

De terugkomst van de steden

Tussen 500 en 1000 is vrijwel iedereen boer.

2 belangrijke ontwikkelingen:

1)  Nieuwe uitvindingen om meer opbrengt te halen uit de landbouwgrond zoals de halsjuk, en de drieslagstelsel.

2) Kloosters en domeinheren lieten woeste gronden ontginnen (bossen kappen, moerassen droogleggen), hiervoor kwamen akkers en weiden in de plaats.

1. 

Door de nieuwe onwikkelingen:

hadden boeren meer opbrengst vanuit het land en daarmee konden ze gaan handelen( ruilen).

De handel gebeurde op markten bij kruispunten van wegen en rivieren, bij kloosters, of bij kastelen.

Er ontstonden dorpjes met handelaren en ambachtslieden, die uiteindelijk uitgroeide tot steden.

Late middeleeuwen (1000- 1500)

agrarische-stedelijke samenleving:

de meeste mensen wonen en werken op het platteland, maar er zijn ook steden ontstaan met handelaren en ambachtslieden.

Er komt weer geld in omloop.

Geldeconomie: een economie waarin mensen elkaar met geld betalen.

Nadeel hiervan was dat dat koninkrijken en steden hun eigen munt hadden.

Welke periode van de geschiedenis hebben we behandeld?

1. 350 n.Chr.
2. 1000 n.Chr.
3. 500 v.Chr
4. 1000-1500 n.Chr.

Wat was een belangrijke ontwikkeling op het platteland om meer voedsel te produceren?

1. akkerbouw
2. tweeslagstelsel
3. drieslagstelsel
4. veeteelt

Hoe noem je een samenleving van zowel boeren die op het platteland wonen en werken als mensen die wonen en werken in de stad?

1. economische samenleving
2. late middeleeuwen
3. agrarisch-stedelijke samenleving
4. handelssteden

Hoe noem je economie waarin mensen elkaar met geld gaan betalen?

1. ruilhandel
2. munteenheid
3. handel en nijverheid
4. geldeconomie