De opkomst van een agrarisch-stedelijke samenleving in de late middeleeuwen

De opkomst van een agrarisch-stedelijke samenleving in de late middeleeuwen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De opkomst van een agrarisch-stedelijke samenleving in de late middeleeuwen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je:
- De twee belangrijkste oorzaken voor de veranderingen in Noordwest-Europa rond het jaar 1000 beschrijven
- Uitleggen hoe de landbouwopbrengsten vergroot konden worden door nieuwe uitvindingen en methoden
- Het belang van ontginning door kloosters en domeinheren voor de landbouwproductie en de ontwikkeling van steden toelichten
- Het drieslagstelsel uitleggen en de voordelen ervan voor de landbouw benoemen
- De ontwikkeling van handel en nijverheid in relatie tot de opkomst van steden beschrijven
- De redenen benoemen waarom boeren zich in steden vestigden en welke voordelen dit bood ten opzichte van het plattelandsleven
- De kenmerken van een agrarisch-stedelijke samenleving in de late middeleeuwen beschrijven

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over de transformatie van de samenleving in Noordwest-Europa rond 1000?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De transformatie van de samenleving in Noordwest-Europa rond 1000
Agrarische innovaties, ontginning van woeste gronden, groeiende bevolking, meer handel en nijverheid, opkomst van steden

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Innovaties in de landbouw en het effect op de landbouwopbrengsten
Halsjuk, ijzeren ploeg, drieslagstelsel, toename landbouwopbrengsten

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het drieslagstelsel en de efficiëntere benutting van landbouwgrond
Methode van afwisselende graansoorten, optimalere benutting van landbouwgrond

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontginning van woeste gronden door kloosters en domeinheren
Proces van geschikt maken van woeste gronden, bijdrage aan landbouwproductie en stedenontwikkeling

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De groei van de bevolking en de opkomst van handel en ambachtsberoepen
Bevolkingsgroei door stijging landbouwopbrengsten, toename van handel en ambachtsberoepen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De ontwikkeling van dorpen tot steden en de migratie van boeren naar steden
Vrijheid en economische kansen in steden, redenen voor vestiging in steden

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De kenmerken van een agrarisch-stedelijke samenleving in de late middeleeuwen
Meeste mensen op platteland, aanwezigheid van steden met handelaren en ambachtslieden

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Definities
  • Halsjuk: Een stevige ring rond de nek van een trekdier om de kracht beter te benutten
  • IJzeren ploeg: Een landbouwwerktuig dat beter werkt dan een houten ploeg
  • Drieslagstelsel: Een landbouwmethode waarbij verschillende graansoorten elkaar afwisselen en de grond twee jaar gebruikt wordt voordat het moet herstellen
  • Ontginning: Het proces van het geschikt maken van woeste gronden voor landbouw
  • Agrarisch-stedelijke samenleving: Een samenleving waar de meeste mensen op het platteland wonen en werken, maar waar ook steden met handelaren en ambachtslieden zijn

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 14 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.