week 46.2

Welcome!!!!
week 46


1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome!!!!
week 46


Slide 1 - Tekstslide

How was your week?

Slide 2 - Tekstslide

The plan
-  Review  (5min)
- Speaking skills - video exercise (10min)
-Comparative and superlative(10min)
- Quiz (10min)
-Homework (5min)






Slide 3 - Tekstslide

Review

- What did we do on Monday?
- Homework: Find an English song about colour/clothes/fashion

Slide 4 - Tekstslide

Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?
Song I & N & S
Song D
Song E
Song J
Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?
Song E
Song S &C 
1A

Slide 5 - Tekstslide

Song D
Song J
Song L 
Song K
Song J & L
Song S & N & F
1B

Slide 6 - Tekstslide

.... than hell.
A
BETTER
B
HOTTER
C
HOTTEST
D
WORSE

Slide 7 - Quizvraag

I've got one ... problem without you.
A
MORE
B
BIGGER
C
FEWER
D
LESS

Slide 8 - Quizvraag

Baby get ...
A
HIGHER
B
BETTER
C
STRONGER
D
SMARTER

Slide 9 - Quizvraag

Todays's goal
I can recognise Comparative and Superlative
at the end of this class 

Slide 10 - Tekstslide

Comparative and Superlative

Slide 11 - Tekstslide

 Vergrotende trap
 - groter dan
- kleiner dan

Overtreffende trap
- Grootste
- Kleinste

Comparative
- bigger than
- smaller than

Superlative
- Biggest
- Smallest

Slide 12 - Tekstslide

Comparative + Superlative
(woorden met 1 lettergreep) 
klein - kleiner - kleinst(e)
small - smaller - smallest

groot - groter - grootst(e)
fat - fatter - fattest

aardig - aardiger - aardigst(e)
nice - nicer - nicest

Slide 13 - Tekstslide

Spelling regels 
woorden met 1 lettergreep
Woorden met één lettergreep krijgen -(e)r of -(e)st als achtervoegsel.
 close-closer-closest

Als het woord eindigt met één klinker plus één medeklinker, dan verdubbel je die medeklinker +(e)r of +(e)st
 big-bigger-biggest

medeklinker + -y? → -ier of -iest
 dry-drier-driest

Slide 14 - Tekstslide

Vergrotende trap:
+ER

Vaak wordt het woord gevolgd door THAN

Frank is taller than Rob.

The boys are faster than us.


Overtreffende trap:
+EST

Vaak komt er voor het woord THE te staan

Rob is the tallest boy I know.

That is the fastest car ever.

Slide 15 - Tekstslide

Let op!
goed - beter - best
good - better - best

slecht - slechter - slechtst(e)
bad - worse - worst






Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

This car is ___ than my brother's car.
A
safe
B
safer
C
safest
D
most safe

Slide 18 - Quizvraag

Wat zijn de comparative/superlative van "happy"?
A
happier - happiest
B
happyer - happyest
C
happyr - happyst

Slide 19 - Quizvraag

Jeremy is at least 20 cm ..... his brother.
A
tallest than
B
taller than

Slide 20 - Quizvraag

London is by far ..... city in the UK.
A
the bigest
B
the biggest
C
the most big

Slide 21 - Quizvraag

I think that the guitar is ..... to play than the piano.
A
easier
B
easyer
C
more easy

Slide 22 - Quizvraag

This magazine is cheap, but that
one is...........
A
cheaper
B
cheaping
C
cheap
D
cheapest

Slide 23 - Quizvraag

Michael Jackson was the ___ singer ever .
A
great
B
greater
C
greatest
D
most great

Slide 24 - Quizvraag

Wat zijn de comparative/superlative van "nice"?
A
nicier - niciest
B
niceer - niceest
C
nicer - nicest

Slide 25 - Quizvraag

Oh no, this is my ............ nightmare!
A
badder
B
baddest
C
worse
D
worst

Slide 26 - Quizvraag

Homework exercise 

LP - Week 46 - Isn't this the best 
Leer hoe je de vegrotende en overtreffende trap moet gebruiken 

Maak oefening 1 - Opdracht 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

What did we learn so far?

Het toepassen van Comparative and Superlative bij 1 lettergreep woorden

Slide 30 - Tekstslide

Reflectie 

Hoe ging de les?

Slide 31 - Tekstslide

Homework / Recap
For next class: Comparative and Superlative part 2
 
Homework
LP - Trede 3, Week 46 - Isn't this the best
Leer hoe je de vegrotende en overtreffende trap moet gebruiken
 - Bekijk de video en maak opdracht 1










Slide 32 - Tekstslide