Activiteiten bij leren (Nederlands)

Woordenschat, wat weet je al?
1 / 17
volgende
Slide 1: Woordweb
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat, wat weet je al?

Slide 1 - Woordweb

Inleiding
In alle groepen van de basisschool is veel aandacht voor de woordenschat van kinderen.

Woordenschatontwikkeling is erg belangrijk. Wanneer een kind weinig woorden kent heeft dit een negatieve invloed op zijn schoolsucces.

Slide 2 - Tekstslide

Woorden staan centraal
Zonder een goede woordenschat loopt de taalontwikkeling vast. Een kind kent meer woorden dan hij zelf gebruikt. Een kind zal woorden in eerste instantie alleen koppelen aan concrete voorbeelden. Abstracte woorden die niet verwijzen naar een voorwerp, verwijswoorden en voorzetsels zijn in het begin nog heel moeilijk. 

Slide 3 - Tekstslide

Hoeveel woorden kent een kind van 4 jaar ongeveer?

3000 woorden passief
1500 woorden actief 

Slide 4 - Tekstslide

woordenschat en leesvaardigheid

Vlot technisch kunnen lezen is niet mogelijk als je de woorden niet kent. De leerling is dan zo bezig met het decoderen van de tekst, dat hij niet toekomt aan het begrijpen van wat er staat. 
Woordenschat is van invloed op begrijpend lezen. 

Slide 5 - Tekstslide

Nieuwe woorden
Nieuwe woorden moet je 7 keer aanbieden voordat een kind ze onthoudt. Het is dus de uitdaging om alle woorden die je nieuw aanbiedt, op verschillende manieren aan de orde te laten komen en zo telkens te herhalen.

Slide 6 - Tekstslide

Activiteiten woordenschat vergroten

Slide 7 - Woordweb

Begeleiden
Behalve het aanbieden van woorden via activiteiten, is het ook belangrijk dat je in de klas een rijke omgeving creëert. Kinderen komen zo als vanzelf met veel woorden in aanraking --> woorden op een ongedwongen manier leren.

Slide 8 - Tekstslide

Je kunt...
1. Vragen stellen om een reactie uit te lokken.
  • Wat weet je al over...?
  • Wat heb je bedacht?
  • Welke stappen heb je gezet?
2. Doorvragen om zaken uit te diepen.
  • Hoe weet je dat?
  • Kun je daar iets meer over vertellen?
  • Kun je dat ook anders uitleggen?

Slide 9 - Tekstslide

Je kunt ook ...


3. Vragen stellen om leerlingen te stimuleren te reageren op ideeën van anderen.
  • Denk jij ook dat het zo werkt?
  • Is dat ook jullie oplossing?
  • Wie wil reageren op wat is gezegd?
4. Vragen stellen gericht op reflectie.
  • Waar ben je tevreden over?
  • Kun je vertellen hoe je het hebt aangepakt?
  • Kun je deze manier altijd gebruiken?

Slide 10 - Tekstslide

Taalgebruik
Niet alle leerlingen zijn even ver in hun taalontwikkeling. Bij het begeleiden van leerlingen houd je rekening met verschillen. 
Let op je taalgebruik.
Plezier in praten staat voorop.

Leerlingen leren het meest als er veel taalaanbod is in de klas, ze veel gelegenheid krijgen te vertellen en op een goede manier feedback krijgen..

Slide 11 - Tekstslide

Verbeter taalfouten niet nadrukkelijk

Taalfouten kun je beter niet nadrukkelijk verbeteren. Dat is niet prettig voor een leerling en de kans is groot dat hij minder, in plaats van meer, zal gaan praten. 
Beter is het de leerling ongemerkt te verbeteren.

Dit doe je door in jouw reactie het goede taalvoorbeeld te geven. 

Slide 12 - Tekstslide

Klanken onderscheiden
In de onderbouw kun je allerlei klankspelletjes en rijmpjes doen om kinderen te helpen bij het leren onderscheiden van klanken. je richt je daarbij op:
  • auditieve discriminatie
  • auditieve analyse
  • auditieve synthese
In eerste instantie werk je met MKM-woorden

Slide 13 - Tekstslide

Auditieve discriminatie
Horen van klankovereenkomsten en klankverschillen staat centraal.
Een kind dat verschillen niet hoort, zal woorden ook niet goed uitspreken en schrijven. Soms verschillen woorden maar een klein beetje van elkaar.

Slide 14 - Tekstslide

Auditieve analyse
Bij auditieve analyse gaat het erom dat je een woord kunt splitsen in afzonderlijke klanken. 
Een oefening in auditieve analyse is de leerling een woord vertellen, bijvoorbeeld kip, waarna hij dit moet splitsen in k-i-p

Slide 15 - Tekstslide

Auditieve synthese
Je spreekt van auditieve synthese wanneer klanken of klankgroepen worden samengevoegd tot gesproken woorden. Als je letters omvormt tot klanken, dan moet je die klanken ook weer met elkaar verbinden. 

d-eu-r wordt deur. Dat lijkt vanzelfsprekend, maar jonge kinderen zullen je vaak niet begrijpen als je een woord in stukjes hakt zonder eerst het woord in zijn geheel te zeggen.

Slide 16 - Tekstslide

Activiteiten
  • Rijmen, wat rijmt er op...?
  • Woordketting maken.
  • Identificeren wat de eerste klank is.
  • Hak-en-plakoefeningen.
  • Plaatjesbingo.
  • Dobbelstenenspel. 

Slide 17 - Tekstslide