Een ontslag op staande voet is alleen toegestaan bij een dringende reden, dit wil zeggen dat er iets is gebeurd waardoor het onmogelijk is het dienstverband langer voort te zetten.
Voorbeelden van dringende redenen zijn: ernstige belediging, beschadiging van goederen, mishandeling, dronkenschap, weigeren van redelijke bevelen of opdrachten en plichtsverzuim (art. 7:678 BW gaat over alle dringende redenen voor de werkgever en art. 7:679 BW over alle dringende redenen voor de werknemer).
Is het ontslag op staande voet, dan is de partij die aanleiding heeft gegeven tot het ontslag een vergoeding verschuldigd aan de andere partij.