Hoofdstuk 11. Arbeidsrecht

Hoofdstuk 11. Arbeidsrecht
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 11. Arbeidsrecht

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wat is GEEN plicht van een werknemer?
A
Schade vergoeden
B
Aanwijzingen opvolgen
C
Identificatieplicht
D
het werk zelf verrichten

Slide 3 - Quizvraag

Juridische constructies verrichten van arbeid
Er zijn drie juridische constructies voor het verrichten van arbeid:

 

  1. De arbeidsovereenkomst
  2. De overeenkomst tot aanneming van werk
  3. De overeenkomst tot opdracht.

Slide 4 - Tekstslide

Arbeidsovereenkomst
Aan de hand van drie kenmerken is vast te stellen of er sprake is van een arbeidsovereenkomst:
  1. Arbeid (de werknemer moet het werk zelf doen)
  2. Loon (geld of loon in natura) 
  3. Gezag (je krijgt instructies over inhoud en uitvoering) 

De arbeidsovereenkomst is geregeld in boek 7 BW vanaf art. 7:610.

Slide 5 - Tekstslide

De kenmerken van een arbeidsovereenkomst zijn:
A
gezag, loon, onbepaalde tijd
B
loon, gezag, arbeid
C
arbeid, loon, resultaatverplichting
D
tastbaar, arbeid en loon

Slide 6 - Quizvraag

Overeenkomst tot aanneming van werk  
Kenmerken voor de overeenkomst tot het aannemen van werk zijn:
  • De overeenkomst gaat over de zelfstandigheid van de persoon die het werk aanneemt (de aannemer).
  • De overeenkomst gaat over het maken van een tastbaar product voor de opdrachtgever.
  • De aannemer garandeert een bepaald resultaat tegen een vaste prijs.

Resultaatverbintenis

Slide 7 - Tekstslide

Overeenkomst tot opdracht 
Kenmerken voor de overeenkomst tot opdracht zijn:
  • Er is geen gezag.
  • Er wordt een niet-tastbare dienst geleverd. Bijvoorbeeld advies, begeleiding, een opleiding, concert of een medische behandeling. 
  • De opdracht is een inspanningsverbintenis. Er zijn geen garanties voor het resultaat. 
  • Meestal op basis van uurtarief. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

De arbeidsovereenkomst
  • Mondelinge of schriftelijke arbeidsovereenkomst
  • Beperkte vrijheid om afspraken te maken (CAO)
  • In de wet staan regels van dwingend recht om de werknemer te beschermen (loon, ontslag, ziekte, arbeidsomstandigheden) 
  • Proeftijd 

Inspanningsverbintenis

Slide 10 - Tekstslide

De arbeidsovereenkomst
Een werkgever heeft op grond van het BW een aantal verplichtingen, zoals:

  • Loon op tijd betalen (minimumloon)
  • Een goede werkgever zijn
  • Zorgen voor een gezonde werkplek
  • Getuigschrift afgeven bij einde van de arbeidsrelatie

Slide 11 - Tekstslide

Wat is geen plicht van een werkgever?
A
schade vergoeden
B
getuigschrift geven
C
identificatieplicht
D
zorgen voor een gezonde en veilige werkplek

Slide 12 - Quizvraag

De arbeidsovereenkomst
Plichten van de werknemer zijn:
  • De werknemer moet het werk zelf verrichten, art. 7:659 BW.
  • Aanwijzingen van de werkgever opvolgen
  • Een goed werknemer zijn

Bijzondere arbeidsovereenkomst is de uitzendovereenkomst

Slide 13 - Tekstslide

De collectieve arbeidsovereenkomst
Een arbeidsovereenkomst die geldt voor werknemers is een bepaalde sector. De voorwaarden zijn voor iedereen in deze sector gelijk. 

Werkgeversorganisaties en vakbonden hebben (voor een bepaalde periode) afspraken gemaakt over bijvoorbeeld:
  • Loon
  • Arbeidstijden
  • Vakantie 
  • Pensioen

Slide 14 - Tekstslide

De collectieve arbeidsovereenkomst
De werking van een cao bepaalt of de werkgever verplicht is de afspraken over loon, arbeidstijden en vakantie enzovoort uit de cao toe te passen op zijn werknemers.

De werkgever is dit verplicht als:
  1. De werkgever is aangesloten bij een werkgeversorganisatie
  2. De cao algemeen verbindend is verklaard door de minister

Slide 15 - Tekstslide

Ontslag
Als werkgever en werknemer een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd hebben afgesloten, bijvoorbeeld voor zes maanden of één jaar, dan eindigt dit contract automatisch als de periode voorbij is, art. 7:668 lid 1 BW.

Als partijen een arbeidscontract voor onbepaalde tijd hebben afgesproken dan kan deze alleen eindigen op 3 manieren : 

  1. Met wederzijds goedvinden
  2. Opzegging door de werknemer
  3. Opzegging door de werkgever

Slide 16 - Tekstslide

Ontslag
Ontslag met wederzijds goedvinden 
  • Werknemer moet schriftelijk aangeven dat hij akkoord is 
  • Bedenktijd van 14 dagen
  • Vaststellingsovereenkomst

Ontslag door werknemer
Minimum opzegtermijn van 1 maand

Slide 17 - Tekstslide

Ontslag door werkgever
Procedure via het UWV
  • Bij ontslag wegens bedrijfseconomische redenen
  • Ontslag na 2 jaar ziekte

Procedure via kantonrechter
Alle andere redenen


Slide 18 - Tekstslide

Ontslag 
In bepaalde omstandigheden mag de werkgever iemand niet ontslaan. Dan is er sprake van een opzegverbod, art. 7:670 BW. Er geldt een opzegverbod bij:

  • Ziekte: een zieke werknemer mag de eerste twee jaar van zijn ziekte niet worden ontslagen
  • Zwangerschap: tijdens de zwangerschap en het verlof na de bevalling mag een vrouw niet worden ontslagen
  • Lidmaatschap van de ondernemingsraad: een lid van de ondernemingsraad mag niet worden ontslagen
  • Weigeren te werken op zondag: een werknemer die weigert op zondag te werken mag niet om die reden worden ontslagen.

Slide 19 - Tekstslide

Transitievergoeding 
Vanaf 1 januari 2020 heb je vanaf de eerste dag van de arbeidsovereenkomst recht op een transitievergoeding bij ontslag. Dus ook als je in je proeftijd wordt ontslagen. 

De berekening van de transitievergoeding gaat als volgt:
  • Je krijgt 1/3 maandsalaris per heel dienstjaar vanaf uw eerste werkdag;
  • De transitievergoeding over het resterende deel van de arbeidsovereenkomst wordt berekend volgens de formule: (bruto salaris ontvangen over resterende deel arbeidsovereenkomst / bruto maandsalaris) x (1/3 bruto maandsalaris /12 )


Slide 20 - Tekstslide