herhaling 3.2 crisis en ontevredenheid

• geschiedenis
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 4

Deelvraag 3.2  Waardoor wilden in het interbellum veel mensen een sterke leider voor hun land  ?

Problemen in Duitsland

Hyperinflatie zorgt ervoor dat Duitsland herstelbetalingen niet meer kan betalen en Ruhrgebied wordt bezet door Frankrijk (1923).

VS helpt Duitsland met het Dawesplan (=lening om Duitsland als handelspartner te behouden)

Vraag 2/3

1923: Hitler's mislukte staatsgreep

Dawesplan

The Roaring Twenties

In Amerika kon alles in de jaren '20

De amerikaanse economie groeide snel.

Er kwamen nieuwe producten zoals koelkasten, radio's en stofzuigers.

Deze producten werden gemaakt door een nieuwe uitvinding: De lopende band.

Autofabrikant Ford gebruikte als eerste de lopende band. 

Eerst duurde het maken 12 uur en met de lopende band nog maar anderhalf uur. De producten werden daardoor goedkoper.

opdracht 6

Crisis in de VS

* economie VS groeit gigantisch, o.a. door WO I

* geld lenen om aandelen te kopen

* Luxe goederen kopen op afbetaling

* 1929 "Zwarte donderdag / vrijdag",  aandelen worden plots veel minder waard

* banken willen leningen terug, mensen failliet !

* banken kunnen spaargeld niet betalen, banken failliet

* economische wereld crisis

24 oktober 1929

• Beurskrach;
  
• Aandelen beurs op Wall Street stort in.
• Begin van de economische crisis.
  
• Vooral in Duitsland roep om sterke leider
• opdracht 7

Fascisme

Fascisme is een politieke stroming, 

en wordt ook wel extreem-rechts genoemd

De naam komt van het voorwerp dat je hier ziet: een fasces

Dit voorwerp, een bijl met takken, stond symbool voor

de macht van bestuurders in het Romeinse Rijk.

Kenmerken van fascisme 

• Fascisme is  tegen andere culturen, dus nationalistisch

• Fascisme is anti-democratisch.
• anti-liberaal

• Er is één leider, dictateur. (Leidersbeginsel/Führerbeginsel)
• Fascisme gaat uit van ongelijkheid tussen mensen.
• Geweld is goed: dus sterk millitaristisch 
  
  

De hoogontwikkelden moeten de laagontwikkelden leiden. (Het recht van de sterkste: Sociaal-Darwinisme). Ook vrouwen waren ondergeschikt aan mannen, zij hadden als taak kinderen en huishouden. Natuulijk waren ook mensen met andre culturen ondergeschikt.

Lees pagina 75 en 76

maak opdrachten 2, 3, 4, 5 en 6   pagina 78 ev

Roep om een sterke leider

*  economische wereld crisis

*  grote werkloosheid

* geen vertrouwen in de democratie, oplossen crisis

frustraties over WO I

Italië   Fascisme   Mussolini     

*  frustratie WO I, belofte gebroken

*  zwakke economie en economische crisis

*  jonge democratie, geen vertrouwen

*  onrust, demonstraties door communisten en fascisten

*  mars naar Rome

Politiek bang en maken Mussolini minister-president

kenmerken Fascisme

*  een sterke leider, geen democratie

*  trouw en gehoorzaamheid aan de leider (persoonlijkheidsverheerlijking)

*  Nationalisme

*  geweld is een middel om je doel te bereiken

*  propaganda (indoctrinatie)

*  uiterlijk vertoon, uniformen, jeugdbeweging

Lees pagina 77

Maak opdrachten 7 tot en met 11  pagina 79 ev

Nakijken !!

Waardoor wilden in het interbellum veel mensen een sterke leider voor hun land  ?