Les 3 - benaderingen van filosofie, Socrates en Plato

Wat is filosofie?
Les 3: benaderingen van filosofie en Socrates
Periode 3
vwo-4
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat is filosofie?
Les 3: benaderingen van filosofie en Socrates
Periode 3
vwo-4

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen en lesopbouw
  • Kennen: verschillende deelgebieden van filosofie, Socratische methode
  • Kunnen: meedoen met quiz- en open vragen

  1. Uitleg: deelgebieden filosofie
  2. Pre-Scoraten + Socrates
  3. Socrates & Plato: video + vragen
  4. Uitleg: Socrates + Plato
  5. Socratische vragen
  6. Reflectie: wat weten we nu?

Slide 2 - Tekstslide

Deelgebieden filosofie
  • Filosofie kan over van alles gaan. Ze omvat de hele werkelijkheid.
  • Toch kunnen we enkele deelgebieden onderscheiden:
  1. Filosofische antropologie - nadenken over het wezen van de mens
  2. Ethiek - nadenken over normen en waarden 
  3. Sociale en politieke filosofie - nadenken over de samenleving als geheel
  4. Metafysica - vragen over de diepste structuren van de werkelijkheid
  5. Kennistheorie - vragen over zekere kennis
  6. Logica en argumentatieleer - vragen over geldige redeneringen

Slide 3 - Tekstslide

Pre-Socratische filosofie
  • De Westerse filosofie is niet zozeer begonnen bij Socrates. 
  •  Voor Socrates waren er ook al filosofen, maar destijds stond filosofie voor iets veel breders dan nu: streven naar kennis!
  • Pre-Socratische filosofen (zoals Thales, Heraclitus, Parmenides, Pythagoras, etc.) hadden gemeen dat ze onderzoekers waren. Ze wilden allemaal met het verstand begrijpen/verklaren hoe de natuur werkte (logos).  

Slide 4 - Tekstslide

2

Slide 5 - Video

01:21
Hoe heette de techniek die Socrates toepaste?
A
Vroedvrouwtechniek
B
Gewetenstechniek
C
Gestapo-techniek
D
Detective-techniek

Slide 6 - Quizvraag

02:12
Waar werd Socrates niet van beschuldigd?
A
Niet erkennen van Atheense goden
B
Bederven van de jeugd
C
Misleiden van de jeugd
D
Diefstal van Atheense leiders

Slide 7 - Quizvraag

2

Slide 8 - Video

00:34
Volgens Plato is nadenken over ideaalbeelden nuttig.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

01:31
Plato vergelijkt de ideale 'vormen' achter de zichtbare werkelijkheid met een houten voorbeeld dat beeldhouwers gebruiken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

was de leraar van.. 
was de leraar van.. 
Opdracht: vul de openstaande vakken juist in!
Aristoteles
Plato
Socrates

Slide 11 - Sleepvraag

Socrates en Plato
Socrates (469 v. Chr. – 399 v. Chr.) is de bekendste 
Griekse filosoof
  • Socrates heeft zelf niets geschreven
  • Alle informatie over hem is van anderen afkomstig
Plato (427 v. Chr. – 347 v. Chr.) was zijn belangrijkste leerling
  •  Schreef dialogen (filosofische gesprekken), met Socrates vaak als belangrijk personage

Slide 12 - Tekstslide

Plato's dialogen
  •  Plato’s dialogen draaien vaak om een ‘wat is …?’-vraag.
  • Op de puntjes wordt dan meestal een goede karaktertrek (deugd) ingevuld:
- Rechtvaardigheid
- Moedigheid
- Zelfbeheersing
  •  Het doel van de dialoog is om tot een definitie (betekenis) te komen die door iedereen geaccepteerd wordt.

Slide 13 - Tekstslide

Socratische methode
  • De gesprekstechniek om tot de definitie van zo’n karaktertrek te komen, wordt de Socratische methode genoemd
  • Verloopt via een vast patroon
  • Het is een soort kruisverhoor
  • Socrates laat zijn gesprekspartner steevast in de val lopen

Slide 14 - Tekstslide

Socratische methode
  1. Socrates’ gesprekspartner lanceert zijn originele stelling:              “Moedigheid is […]” Deze stelling beschouwt Socrates stiekem als onwaar; hij gaat hem nader onderzoeken. 
  2. Socrates probeert z’n gesprekspartner uit te horen (stelt veel vragen) en laat diegene aanvullende stellingen accepteren.
  3. Socrates argumenteert vervolgens dat de aanvullende stellingen juist de originele stelling van zijn gesprekspartner onderuit halen.
  4. Socrates claimt afsluitend dat hij heeft laten zien dat de originele stelling van zijn gesprekspartner een tegenspraak bevat (hij is dus onwaar). 

Slide 15 - Tekstslide

Drie vragen
Bedenk een kort antwoord op de volgende vragen:

  1. Wanneer ben je een eerlijk mens? Een eerlijk mens ben je wanneer je..  
  2. Diefstal (stelen) is altijd slecht. Klopt dit?
  3. Moedig zijn betekent altijd de strijd aan gaan.
timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide

Wanneer ben je een eerlijk mens? Dat ben je wanneer je..

Slide 17 - Open vraag

Diefstal (stelen) is altijd slecht. Klopt dit?

Slide 18 - Open vraag

Moedig zijn betekent altijd de strijd aan gaan.

Slide 19 - Open vraag

Reflectie: wat weten we nu?
We weten nu dat.. 
  • de filosofie bestaat uit verschillende deelgebieden ('benaderingen')
  • Socrates de leraar was van Plato, Plato de leraar van Aristoteles
  • Socrates niets heeft opgeschreven, veel wat we van hem weten komt via Plato
  • In Plato's dialogen Socrates een grote rol speelt, en daar de Socratische methode toepast (gesprekstechniek om tot algemeen geaccepteerde definities te komen)

Slide 20 - Tekstslide