Next Step | 3.1 - Verkoopgesprek

Next step - workshop 3.1 - Verkoopgesprek
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Next step - workshop 3.1 - Verkoopgesprek

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ziet deze les eruit:
- Wat is een koopmotief?
- Welke fasen kent een verkoopgesprek?
- Oefenen met het verkoopgesprek (korte presentatie).

Doel: je kunt een koopgesprek voeren, waarbij je de 5 fasen doorloopt.


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Koopmotief
Koopmotief = de reden waarom een klant iets koopt. Bijvoorbeeld:

  • Geld
  • Zekerheid
  • Veiligheid
  • Gemak
  • Status
  • Tijdsbesparing

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Start van het gesprek
Vraag jezelf af wie jouw klant is. (doelgroep)​


Je stelt je voor, stelt de koper op zijn/haar gemak. ​


Tip: niet gelijk met de verkoop bezig zijn ---> ​waarom?





Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Probleemanalyse
Het opsporen van het probleem: wat wil je klant kopen?​


​Koopmotief/ koopbehoefte achterhalen. Waarom wil je klant het product en/of dienst kopen? Denk hierbij aan de koopmotieven (prijs, gemak)​.

Tip: stel open vragen! (open- versus gesloten vragen)





Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Adviseren van het product
Product/dienst aanbieden en dit laten zien. (= presenteren!)​

Beargumenteren/omschrijven waarom het aangeboden product/dienst het ‘probleem’ oplost. ​
Bijvoorbeeld: u wilt een telefoon met een uitstekende camera. Deze telefoon heeft maar liefst 3 verschillende camera’s met de allernieuwste technologie. ​

Bezwaren wegnemen​
Bij bezwaren vragen wat de bezwaren zijn en deze proberen weg te nemen.​

Aansluiten bij het koopmotief​
Aangeven waarom het product het beste het ‘probleem’ van de klant oplost. ​





Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Afsluiten (koop regelen)
Let op koopsignalen (verbaal en non-verbaal), ik ga het voor u regelen!

Professioneel non-verbaal communiceren:
1. ken de non-verbale signalen,
2. wees bewust van jouw signalen,
3. bepaal je doel voor elk gesprek







Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. Regelen / aankoop in orde maken
Vervolgprocedure uitleggen (garantie) en afscheid nemen.​ 

Bijvoorbeeld: contract opstellen, product inpakken en afrekenen. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

‘Iets’ meer verkopen?
Cross-selling = nog iets extra’s verkopen.​


Up-selling = het verkopen van een duurdere uitvoering van het product.


Filmpje: up-selling + respect voor de keuze van de klant.



Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: Verkoopgesprek​
  • Je voert in drietallen een verkoopgesprek, waarbij je rekening houdt met de 5 fasen (start, probleemanalyse, adviseren, afsluiten en ‘regelwerk’). ​
  • Probeer up-selling of cross-selling toe te passen. ​
  • Rollen zijn; verkoper, koper en notulist​
  • Telkens is iemand anders de verkoper​
  • Notulist maakt notities op de VAKI kaart (= reflectie, in Magister inleveren)



Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 15 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 16 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 17 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.