Ontdek de wereld van bijvoeglijke naamwoorden!

Ontdek de wereld van bijvoeglijke naamwoorden!
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ontdek de wereld van bijvoeglijke naamwoorden!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je een bijvoeglijk naamwoord herkennen in een zin.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over zelfstandige naamwoorden en lidwoorden?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig naamwoord
Een zelfstandig naamwoord is een woord dat een persoon, dier, ding of abstract begrip aanduidt.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld zelfstandige naamwoorden
- Huis
- Hond
- Tafel
- Liefde

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lidwoorden
Een lidwoord geeft aan of een zelfstandig naamwoord bepaald (de/het) of onbepaald (een) is.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld lidwoorden
- De hond
- Het huis
- Een tafel

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
Een bijvoeglijk naamwoord geeft meer informatie over het zelfstandig naamwoord.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld bijvoeglijke naamwoorden
- Grote hond
- Mooi huis
- Houten tafel

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herken het bijvoeglijk naamwoord
Welk woord is het bijvoeglijk naamwoord in deze zin?

De rode auto rijdt snel.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord
Het bijvoeglijk naamwoord is 'rode'.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Praktische oefening
Schrijf een zin met een bijvoeglijk naamwoord op je werkblad.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samen controleren
Lees je zin voor en laat een klasgenoot het bijvoeglijk naamwoord in jouw zin aanwijzen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meerdere bijvoeglijke naamwoorden
In een zin kunnen meerdere bijvoeglijke naamwoorden voorkomen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld zin met meerdere bijvoeglijke naamwoorden
De kleine zwarte kat speelt vrolijk in de tuin.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Interactieve oefening
Sleep het juiste bijvoeglijk naamwoord naar het zelfstandig naamwoord.

Zelfstandig naamwoord: 'huis'
Bijvoeglijke naamwoorden: 'mooi', 'groot', 'oud'

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden interactieve oefening
- Het mooie huis
- Het grote huis
- Het oude huis

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reflectie
Wat heb je vandaag geleerd over bijvoeglijke naamwoorden?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 19 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 20 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.