Jagers, boeren en Egyptenaren

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

De periode waarin mensen vooral stenen werktuigen, wapens en andere gebruiksvoorwerpen hadden.
A
Prehistorie
B
Historie
C
Steentijd
D
Jagers en boeren

Slide 3 - Quizvraag

Omschrijf het begrip 'cultuur'.

Slide 4 - Open vraag

Cultuur
Natuur
hut
vuistbijl
ketting
wolf
bes
rivier
kano
vis
vruchtbaarheidsbeeldje
mammoet

Slide 5 - Sleepvraag

Omschrijf het begrip 'middel van bestaan'.

Slide 6 - Open vraag

Noem 2 middelen van bestaan die horen bij de jagers-verzamelaars.

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Jagers-verzamelaars, of niet?
A
wel
B
niet

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Akkerbouw is een middel van bestaan.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Irrigatielandbouw maakt een grotere oogst mogelijk.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Verschillende beroepen, een sociale hiërarchie en een schrift horen bij:
A
landbouwsamenleving
B
landbouw-stedelijke samenleving
C
samenleving van jagers-verzamelaars

Slide 13 - Quizvraag

Omschrijf het begrip 'ambacht'.

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Een kleitablet met spijkerschrift. Hoort dat bij de prehistorie, of niet?
A
wel
B
niet

Slide 16 - Quizvraag

Welke samenleving hoort bij de historie?
A
landbouwsamenleving
B
samenleving van jagers-verzamelaars
C
landbouw-stedelijke samenleving

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

In wat voor een samenleving leefden de oude Egyptenaren?
A
landbouwsamenleving
B
samenleving van jagers-verzamelaars
C
landbouw-stedelijke samenleving

Slide 19 - Quizvraag

De oude Egyptenaren maakten gebruik van irrigatielandbouw.
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quizvraag

De oude Egyptenaren leefden in de prehistorie.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Omschrijf het begrip 'hiërarchie'.

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Wat voor een persoon is dit?

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide