H1.4 Weerstand VWO

H 5.2 Weerstand
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H 5.2 Weerstand

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen VWO
  • Je kunt uitleggen hoe de weerstand van een draad of component bepaalt.
  • Je moet de formule van R=U/I kunnen begrijpen en toepassen.
  • Je kunt het verschil tussen een ohmse weerstand en een niet-ohmse weerstand.
  • Je kunt omschrijven hoe de weerstand bij een NTC of LDR afhangt.
  • Je kunt uitleggen hoe je op een regelbare weerstand de gewenste weerstand kunt instellen.
  • Je kunt de soortelijke weerstand gebruiken om de weerstand van een draad te berekenen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Weerstand

Slide 4 - Tekstslide

Weerstand berekenen

Weerstand kun je berekenen 

R= Weerstand in ohm (Ω)
U = spanning in volt (V)
I = stroomsterkte in ampere (A)

Slide 5 - Tekstslide

Wet van Ohm

Slide 6 - Tekstslide

Wet van Ohm
U=I.R
De spanning en de stroomsterkte zijn recht evenredig

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Weerstand van een
draad
  • Dikte
  • Lengte
  • Materiaal 

Slide 9 - Tekstslide

Kortsluiting

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Weerstand en temperatuur
Bij een gloeilamp krijg je een afwijking.

Oorzaak - de hogere temperatuur 
van een gloeidraad. Hoe hoger de 
temperatuur, hoe hoger de weerstand

Slide 12 - Tekstslide

Over een lampje wordt een spanning van 12 V gemeten.
De stroomsterkte is 13 mA.
Wat is de weerstand van het lampje

Slide 13 - Open vraag

De spanning in een oplader wordt terug gebracht van 230 V naar 5,0 V. De telefoon laadt het beste op met een stroomsterkte van 2,0 A.
Wat is de weerstand van de oplader?

Slide 14 - Open vraag

Huiswerk maken §1.4 
Opdracht 11, 14, 15 18, 19, 24, 26 
Maak vraag 28 t/m 42

Slide 15 - Tekstslide