3.1 Micro-organismen

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
3.1 Micro-organismen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
3.1 Micro-organismen

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
- 3.1: Voedselinfectie en micro-organismen
- Resultaten practicum: Bacteriën in school
- Aan de slag! Opdrachten + zelfstandig doornemen 3.2

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 3.1
1. Je legt uit hoe voedselinfectie en voedselvergiftiging ontstaan. 
2. Je beschrijft de kenmerken, voortplanting en verspreiding van micro-organismen en virussen. 
3. Je legt uit hoe je een voedselinfectie door micro-organismen en virussen kunt tegen gaan. 

Slide 3 - Tekstslide

Voedselinfectie
Je voedsel kan bederven doordat het geïnfecteerd wordt door micro-organismen: schimmels of bacteriën.

Schimmels of bacteriën die op voedsel gaan zitten zijn heterotroof.

Schimmels of bacteriën in voedsel kunnen gifstoffen produceren: voedselvergiftiging.

Slide 4 - Tekstslide

Bacteriën
Vermeerderen zich
door ongeslachtelijke 
voortplanting (mitose) 
bij gunstige omstandigheden.
Alle bacteriën in een kolonie zijn genetisch identiek aan elkaar, ze zijn elkaars klonen.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Bacteriën
Onder ongunstige
omstandigheden vor-
men ze sporen.
In een spore staan de levensprocessen stil. De spore vormt weer een levende bacterie als de omstandigheden weer goed zijn.

Slide 7 - Tekstslide

Wat zijn ongunstige omstandigheden voor bacteriën? Noem er minstens 2!

Slide 8 - Open vraag

Schimmels
Vormen lange draden
van 1 cellaag dik.
Die schimmeldraden heten
mycelium.
Schimmels kunnen zich ongeslachtelijk en geslachtelijk voortplanten.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Virussen
Erfelijk materiaal (RNA
 of DNA) in een eiwitmantel.

Ze vermeerderen met behulp van een gastheercel.

Leven ze?

Slide 12 - Tekstslide

Voedselinfectie voorkomen
Je voedsel kan bederven doordat het geïnfecteerd wordt door micro-organismen: schimmels of bacteriën.

  • hygiënisch werken
  • kruisbesmetting voorkomen (scheiden)
  • Conserveren

Slide 13 - Tekstslide

Resultaten practicum
7. Tel het aantal bacteriekolobies per vak en noteer in tabel 
(LET OP! Laat de deksel dicht!)
8. Maak een diagram van je uitgerwerkte resultatentabel
9. Formuleer een conclusie
10. Geef betrouwbaarheid aan.

Klaar? Lever in en ga aan de slag met opdrachten 3.1
timer
20:00

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag! (huiswerk)
- Maken opdrachten 3.1 
- Doornemen LessonUp 3.2: Methoden voedselconservering (zie link volgende slide) + opdrachten 3.2 leerdoel 4
timer
15:00

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link