B^GM 14 oktober afsluiting thema 2.

B6GM 14 oktober afsluiting thema 2.
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

B6GM 14 oktober afsluiting thema 2.

Slide 1 - Tekstslide

Ik heb vaak aan de vakantie .....
A
gedenkt
B
gedenken
C
gedacht

Slide 2 - Quizvraag

Ik heb veel water .....
A
gedronken
B
gedrinkt
C
gedrinken

Slide 3 - Quizvraag

We hebben in een restaurant ...
A
ge-eet
B
ge-eten
C
gegeten

Slide 4 - Quizvraag

Ik heb drie dagen vrij .....
A
gehebt
B
gehad
C
gehebben

Slide 5 - Quizvraag

We hebben naar een film .......
A
gekijkt
B
gekijken
C
gekeken

Slide 6 - Quizvraag

Oma heeft een mooi cadeau ......
A
gekrijgt
B
gekregen
C
gekrijgen

Slide 7 - Quizvraag

Ik heb een nieuwe tas .....
A
gekocht
B
gekoopt
C
gekopen

Slide 8 - Quizvraag

Heb je dat boek ......
A
geleesd
B
gelazen
C
gelezen

Slide 9 - Quizvraag

Ik heb tien kilometer .......
A
geloopt
B
geliepen
C
gelopen

Slide 10 - Quizvraag

die man heeft een boek .......
A
geschreven
B
geschrijfd
C
geschrijven

Slide 11 - Quizvraag

Ik ...... in de dierentuin geweest.
A
ben
B
heb

Slide 12 - Quizvraag

Wij ...... met de bus gekomen.
A
zijn
B
hebben

Slide 13 - Quizvraag

Ik ....... al begonnen.
A
heb
B
ben

Slide 14 - Quizvraag

Hij ..... brandweerman geworden.
A
is
B
heeft

Slide 15 - Quizvraag

Wij ..... naar huis gegaan.
A
hebben
B
zijn

Slide 16 - Quizvraag

Wij ...... thuis gebleven.
A
hebben
B
zijn

Slide 17 - Quizvraag

Ik ..... een kilometer gelopen.
A
heb
B
ben

Slide 18 - Quizvraag

Ik ...... naar huis gelopen.
A
heb
B
ben

Slide 19 - Quizvraag

Ik ...... heel lang gefietst.
A
heb
B
ben

Slide 20 - Quizvraag

Ik ...... naar huis gefietst.
A
heb
B
ben

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het meervoud van:
kaart, pit, boot, neef, huis, winkel, muisje?

Slide 22 - Open vraag

Wat is met meervoud van:
kind, ei, koe, stad, dag, gat, glas, weg?

Slide 23 - Open vraag

Waar staat de gebiedende wijs?
A
Ga zitten.
B
Je moet gaan zitten.
C
Wil je gaan zitten?

Slide 24 - Quizvraag

Waar staat de gebiedende wijs?
A
Je moet een brief schrijven.
B
Wil je een brief schrijven?
C
Schrijf een brief.

Slide 25 - Quizvraag

Welke zin is goed?
A
Morgen ik ga naar de tandarts.
B
Morgen ga ik naar de tandarts.

Slide 26 - Quizvraag

Welke zin is goed?
A
Daar kan je lekker eten.
B
Daar je kan lekker eten.

Slide 27 - Quizvraag

Wat heb je in de vakantie ......

A
gedoed
B
gedaan
C
gedoend

Slide 28 - Quizvraag