Haarlem B1 26 september
1 / 40
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Klara doet sambal op haar brood. Dat vind ik ....................
A
sowieso
B
vreemd
C
wel eens
D
enorm
Slide 2 - Quizvraag
Bij de kassa moet je gewoon op je ................. wachten.
A
keur
B
pech
C
beurt
D
super
Slide 3 - Quizvraag
Wat een ......................! Sommige kinderen zeggen dat ze moe zijn van het spelen.
A
regio
B
afstand
C
kracht
D
gezeur
Slide 4 - Quizvraag
De industrie rondom Rotterdam veroorzaakt veel ......................
A
reparatie
B
opstellen
C
vervuiling
D
beloven
Slide 5 - Quizvraag
Als de skilift helemaal boven is geweest, ............ hij direct .............
A
gaat, terug
B
gaat, ketting
C
start, voertuig
D
start, afstand
Slide 6 - Quizvraag
Nadat het ongeluk gebeurde was de politie binnen 5 minuten ........................
A
wegenwacht
B
ter plekke
C
liften
D
herstelt
Slide 7 - Quizvraag
Ze kijkt haar baas woedend aan. Als ...................... konden doden?!
A
onderhoud
B
ellende
C
pech
D
blikken
Slide 8 - Quizvraag
Wanneer willen jullie ........................ naar school?
A
teruggaan
B
tegenkomen
C
maken
D
brengen
Slide 9 - Quizvraag
Nijlpaarden en olifanten hebben dikke ..................
A
bilen
B
billen
C
bils
D
bills
Slide 10 - Quizvraag
....................... tussen Amsterdam en Genève is ongeveer 1000 kilometer.
A
Starten
B
De afstand
C
De automobilist
D
De bestemming
Slide 11 - Quizvraag
De zomer is extreem warm, wat ................ wel vaker voorkomt de laatse jaren.
A
ellende
B
overigens
C
prettig
D
pech
Slide 12 - Quizvraag
Mijn auto is kapot! Kan ik met jou mee................... naar huis?
A
doen
B
keuren
C
liften
D
passagier
Slide 13 - Quizvraag
De jonge moeder en de baby blijven nog een dag in het ziekenhuis om te ....................
A
overigens
B
aankleden
C
plekke
D
herstellen
Slide 14 - Quizvraag
Onze nieuwe buren zijn aardig. We hebben een .................. contact.
A
prettig
B
enorm
C
kracht
D
blik
Slide 15 - Quizvraag
Het is ........ beter om de dokter te bellen wanneer je een oorontsteking hebt.
A
beloofd
B
even
C
sowieso
D
pech
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Het meervoud van het touw is .....................
Slide 18 - Open vraag
Het meervoud van de brief is .....................
Slide 19 - Open vraag
Het meervoud van de baby is .....................
Slide 20 - Open vraag
Het meervoud van het mausoleum is .....................
Slide 21 - Open vraag
Het meervoud van de bosbes is .....................
Slide 22 - Open vraag
Het meervoud van de kudde is .....................
Slide 23 - Open vraag
Het meervoud van de bodem is .....................
Slide 24 - Open vraag
Het meervoud van de paraplu is .....................
Slide 25 - Open vraag
Het meervoud van de biograaf is .....................
Slide 26 - Open vraag
Slide 27 - Tekstslide
Waar .................. jullie gisteren naartoe gefietst?
Slide 28 - Open vraag
We ....................over de heide gelopen met de hond.
Slide 29 - Open vraag
Vanaf welk spoor ....................... de trein vertrokken?
Slide 30 - Open vraag
Frans ..................... vanmorgen een uur in de file gereden.
Slide 31 - Open vraag
...................... jij naar Leeuwarden geschaatst?
Slide 32 - Open vraag
Ik ...................... door de tunnel naar het hotel gelopen.
Slide 33 - Open vraag
Linda ................... deze zomer veel gefietst.
Slide 34 - Open vraag
Slide 35 - Tekstslide
Ik ga op de fiets nu naar het werk.
A
goed
B
fout
Slide 36 - Quizvraag
Toen vol trots stond de voetballer op het podium.
A
Goed
B
Fout
Slide 37 - Quizvraag
Waarom gaat Hannah op vakantie zonder geld elke keer?
A
goed
B
fout
Slide 38 - Quizvraag
Ze ging twee weken geleden met tegenzin naar de tandarts.
A
goed
B
fout
Slide 39 - Quizvraag
Gisteren liep het konijn springend door onze tuin.
A
goed
B
fout
