2.1 Politiek en burgerschap in de Griekse wereld

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Tijd van de Grieken en Romeinen
3000 v. chr. - 500 na chr.

Slide 2 - Tekstslide

Eenheid want dezelfde taal en cultuur (godsdienst) en munt (Drachme).


Verdeeldheid want conflicten tussen de verschillende poleis 
Griekse wereld - Helleense wereld (Hellas = Griekenland)

Slide 3 - Tekstslide

2.1 Politiek en burgerschap in de Griekse wereld

Slide 4 - Tekstslide

Plato, in: Protagoras
Wanneer wij in de volksvergadering samenkomen en er staan bouwactiviteiten op de agenda, dan vragen we architecten om advies, bij scheepsbouw halen we er scheepsbouwers bij en hetzelfde geldt voor andere projecten. Maar als er gediscussieerd wordt over het politieke beleid van de stad, dan mag iedereen zijn zegje doen: timmerlui, smeden, leerbewerkers, matrozen, arm en rijk, van goede of slechte komaf.

--> wat vindt hij van de democratie?

Slide 5 - Tekstslide

Thucydides, in: De Peloponnesische oorlog
Onze staatsvorm heeft democratie, omdat ze niet in handen is van een kleine groep, maar van de meerderheid. In de wetgeving geldt bij een conflict gelijk recht voor iedereen. Iemands positie in de staat? De vraag hoe iemand een functie het beste kan uitoefenen? Dat wordt niet bepaald door afkomst, maar door capaciteiten. Als iemand arm is en hij kan de stad van dienst zijn, dan wordt hij daarin niet gehinderd door zijn lage positie in de maatschappij.

--> wat vindt hij van de democratie? 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen 2.1 - Politiek in de Griekse stadstaat.
Je kunt:
1. uitleggen hoe de politieke organisatie bij de oude Grieken was
2. verschillende politieke bestuursvormen herkennen, uitleggen en vergelijken.
3. de Atheense democratie vergelijken met de huidige vorm van democratie in Nederland.
4. kort uitleg geven van de opkomst en ondergang van de Atheense democratie.

Slide 8 - Tekstslide

Waarom is de Griekse oudheid belangrijk?
- Athene als 'geboorteplaats' van de democratie 
- Discussie over bestuur, burgerschap , geloof & wetenschap
- Expansiedrift en oorlogen
- Een teken van moderniteit!

Slide 9 - Tekstslide

democratie
aristocratie
monarchie
tyrannie
bestuur van de 'besten'
bestuur door alleenheerser
(die de macht gegrepen heeft)
bestuur door 'het volk' 
bestuur door één heerser met erfelijke opvolging

Slide 10 - Sleepvraag

Bestuursvormen
Politiek komt van het woord polis  
Monarchie: staat met één leider via erfopvolging (mono = één)
Aristocratie: regering van de "besten" (adel) --> aanspraak op burgerschap
Tirannie: staat met één leider die de macht (met geweld) greep
Timocratie: regering op basis van welstand
Oligarchie: macht in handen van kleine groep mensen (weinigen).
Democratie: regering van burgers (Athene) (demos = volk)
Meritocratie: regering van mensen op basis van verdiensten, niet op basis van komaf.   

Slide 11 - Tekstslide

Een regering moet zich aan de wet houden en het algemeen belang dienen. Dat kan ook in een democratie.
Elite van bekwame mensen moet de leiding krijgen. In een democratie spreken politici het volk naar de mond dat zich laat leiden door emoties. 

Slide 12 - Tekstslide

Atheense democratie
  • Burgerschap: Atheens man
  • Belangrijke functies door loting verdeeld ( Boule - Raad van 500)
  • Directe democratie - volksvergadering  de Ecclesia
  • Ostracisme = schervengericht Wie een bedreiging vormde kon worden weggestemd

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Burgerrechten in de Atheense democratie

Burgerschap: Atheense mannen. Vrouwen hadden geen inspraak, zeer beperkte rol in het publieke leven.

Metoiken: vrije mannen, maar geen burgerrecht. Veel verschillende beroepen en dienen in het leger, geen grondbezit. 
 
Slaven. Deden werk wat ook vrije mannen deden. Na vrijkopen of vrijlaten werden ze deel van de metoiken. 

Slide 16 - Tekstslide

Inspraak in het bestuur hing samen met de rol in de verdediging van de stadstaat;
van koning, naar adel, naar inwoners met burgerschap
Onvrede? Dan kon een tiran een poging wagen..

Slide 17 - Tekstslide

Atheense democratie
  • Burgerschap: Atheens man
  • Belangrijke functies door loting verdeeld ( Boule - Raad van 500)
  • Directe democratie - volksvergadering  de Ecclesia
  • Ostracisme = schervengericht Wie een bedreiging voor het machtsevenwicht vormde kon worden weggstemd

Slide 18 - Tekstslide

Athene: van machtige staat tot einde zelfstandigheid
  • Ionische opstand (490- 479 v. Chr) Perzische oorlog --> 'vrije Griekse burger'
  • Athene als leider van de Delisch-Attische Zeebond (477-404 v.Chr.)
  • Peloponnesische oorlog (431-404 v.C.)
  • Philippos van Macedonie verovert Griekenland (338 v.C.) 
  • Door Alexander de Grote raakt de Griekse cultuur verder verspreid = Hellenisme

Slide 19 - Tekstslide

Ontwikkeling van wetenschap in de Griekse stadstaat.


Alle gebeurtenissen worden verklaard door het handelen van goden. 
Natuurverschijnselen verklaren en kennis opdoen door te onderzoeken en logisch te beredeneren. 

Slide 20 - Tekstslide

Opdrachten - Huiswerk voor woensdag 25/9

Basiskennis en Vaardigheden: 2, 3, 6, 7, 8, 9, 11, 12, 13, 15, 16, 17
Herhaling: 22, 23, 25
Verdieping: 26, 28, 29

Slide 21 - Tekstslide

"De Griekse wereld"
Polis (poleis) - Griekse stadstaat: stad met versterkte burcht en omliggende landbouwgronden

Eenheid versus verdeeldheid          (cultuur versus bestuur)

vanaf 800 v. Chr.: bevolkingsgroei --> voedseltekort --> koloniën; zo verspreiding van de cultuur

Slide 22 - Tekstslide

Welke bestuursvorm werkt het beste?

Slide 23 - Poll

Kan je het hebben over 'één Griekenland' ? Leg je antwoord uit.

Slide 24 - Open vraag

Iedereen in Nederland mag stemmen voor de Tweede Kamer verkiezingen
A
Monarchie
B
Tirannie
C
Democratie
D
Aristocratie

Slide 25 - Quizvraag

Alleen mensen met een hoog salaris mogen stemmen
A
Monarchie
B
Tirannie
C
Democratie
D
Aristocratie

Slide 26 - Quizvraag

De Tweede Kamer wordt opgeheven en de koning krijgt het voor het zeggen
A
Monarchie
B
Tirannie
C
Democratie
D
Aristocratie

Slide 27 - Quizvraag

Is het verloten van bestuurlijke functies democratisch?
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quizvraag

Zou iemand die een bedreiging voor de democratie vormt voor een periode van 10 jaar verbannen moeten worden?
A
ja
B
nee

Slide 29 - Quizvraag

Ontstaan van de Atheense democratie

Vanaf 800:  Aristocratie: Archonten en Areopagus; hervormingen van Solon (594 v. Chr.) waarbij ook minder rijken (enige) inspraak kregen
 
naar Tirannie - Pisistratus die in 546 v. Chr. die o.a. schulden (van boeren) kwijt liet schelden.

naar Democratie (Clisthenes 508 v. Chr.)

Slide 30 - Tekstslide

Met wie ben jij het meer eens, Thucydides of Plato? Leg uit waarom.

Slide 31 - Open vraag

Vind je de Atheense democratie modern? Geef minimaal één antwoord voor en één antwoord tegen.

Slide 32 - Open vraag

Iemand schreef ooit: de trots der Grieken dreef hun naar hun ondergang. Leg deze opmerking uit

Slide 33 - Open vraag

Slide 34 - Video

Leerdoelen 2.1 - Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat.
Je kunt:
1. de nieuwe manier van rationeel-wetenschappelijk denken bij de oude Grieken uitleggen en vergelijken met het mythologische wereldbeeld.
2. uitleggen hoe de politieke organisatie bij de oude Grieken was
3. verschillende politieke bestuursvormen herkennen, uitleggen en vergelijken.
4. de Atheense democratie vergelijken met de huidige vorm van democratie in Nederland.
5. kort uitleg geven van de opkomst en ondergang van de Atheense democratie.

Slide 35 - Tekstslide

2.3 - De Grieks-Romeinse cultuur.
De Griekse en Romeinse Vormentaal = stijl van bouwen en beeldhouwen


Slide 36 - Tekstslide

Griekse Vormentaal: zuilen, fronton en fries

Slide 37 - Tekstslide

Griekse Vormentaal: beelden
Natuurlijke houdingen

Ideaal beeld: volmaakte schoonheid

Slide 38 - Tekstslide

Romeinse vormentaal: kopiëren van de Grieken, maar (ook):
Realistisch beeld: individuele eigenschappen

Slide 39 - Tekstslide

Romeinse vormentaal: gebouwen
Bogen
Gewelven 
Koepels

Slide 40 - Tekstslide

Noem drie elementen
van de Grieks-Romeinse
vormentaal:

Slide 41 - Open vraag

Schrijf op: welke uitvindingen kun je uit de songtekst halen?  


Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video