Gouden Eeuw intro

Hoofdstuk 5 De Gouden Eeuw
Intro
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5 De Gouden Eeuw
Intro

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
De Grote Gouden Eeuw Quiz
Opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer eindigde de Nederlandse Opstand?
A
1609
B
1621
C
1648
D
1672

Slide 3 - Quizvraag

Waarom was de Republiek zo bijzonder?
A
Het was het kleinste land ter wereld met een eigen leger.
B
Het werd bestuurd door burgers in plaats van edelen.
C
Het jodendom was de staatsgodsdienst.
D
De koning had alle macht in het land.

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Waardoor heeft de Republiek het meeste geld verdiend in de 17e eeuw?
A
VOC
B
WIC
C
Slavenhandel
D
Oostzeehandel

Slide 6 - Quizvraag

V.O.C. staat voor
A
Verenigde Overzeese Compagnie
B
Vroeg Oosterhoutse Compagnie
C
Verenigde Oostindische Compagnie
D
Verenigde Oosteuropese Compagnie

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Waarom is er altijd veel gedoe over dit standbeeld van J.P. Coen?
A
Coen heeft hele steden vernietigd en de bevolking vermoord in Azië.
B
Het standbeeld staat langs een gevaarlijke weg.
C
Coen had de Republiek verraden toen het werd aangevallen door Frankrijk.
D
Coen heeft stadhouder Willem III vermoord.

Slide 9 - Quizvraag

Waarom haalden de Europeanen slaven uit Afrika?
A
Ze vonden zwarte personen minderwaardig.
B
Zwarte Afrikanen waren het goedkoopste
C
Slavenhandel was heel normaal in Afrika.

Slide 10 - Quizvraag

De Republiek was het enige land in Europa waar je mocht geloven wat je wilde.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

De Republiek was het enige land dat met Japan mocht handelen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

In 1672 werd de Republiek door 3 landen aangevallen, waardoor het volk de landsadvocaat vermoorden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

New York was een kolonie van de Republiek.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Opdrachten
Maken opdracht 2, 3, 4 van §5.1 historische oriëntatie

Slide 15 - Tekstslide