Wk 2: schrijfdoelen en tekstsoort + tussenletter in samenstellingen

Lezen in leesboek
timer
7:00
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare school

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lezen in leesboek
timer
7:00

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik vorige les
  • Leestoets gemaakt
  • Spelling van het bijvoeglijk naamwoord herhaald

Heb je voor de leestoets lager dan een 6.0 gehaald? Dan mag je volgende week de theoretische toets maken waarmee je je cijfer iets kunt ophalen. In die les wordt ook de leestoets besproken.

Slide 2 - Tekstslide

Wat we deze les gaan doen:
  • We herhalen de 6 schrijfdoelen (leesdoelen)
  • We herhalen de 6 tekstsoorten
  • Je kunt het taalgebruik voor je publiek bepalen
  • Je kunt een tekst schrijven waarvan de inhoud bij het schrijfdoel past
  • Je weet wanneer je een tussen -n schrijft in samenstellingen

Slide 3 - Tekstslide

Wat moet je weten voordat je gaat schrijven?

  • Wie is jouw doelgroep?
  • Hoe ziet een goede e-mail eruit?

  • Wat is formeel en wat is informeel?
  • Met welk doel stel ik de mail op?

Slide 4 - Tekstslide

Formeel en informeel taalgebruik


Aan mensen die je kent (bekenden) schrijf je informeel. 

Aan mensen die je niet kent (onbekenden) of ouderen schrijf je formeel. 

Slide 5 - Tekstslide

Doelgroep
Waarom is het belangrijk om te weten wie het publiek is van jouw tekst?
Publiek

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

De zakelijke mail (opdracht)
Voor Nederlands heb je 4 weken geleden een toets ingehaald, maar je hebt nog geen cijfer. Je hebt je docent hier al aan herinnerd, maar zonder enig resultaat. Daarnaast heeft de klas in de mentorles aangegeven dat het huiswerk nooit in SOM wordt gezet, dat is vervelend als je bijvoorbeeld ziek bent geweest. Jij bent klassenvertegenwoordiger en pakt dit op. Stel de mail op in een mailprogramma.

Slide 8 - Tekstslide

Wat staat er bovenaan je mail (de aanhef)?

Slide 9 - Open vraag

Welke andere onderdelen kom in je mail te staan? Noem er 1.

Slide 10 - Open vraag

Hoe ziet zo'n 
e-mail eruit?
 
 - Begin nooit met 'Ik' in de inleiding
 - Inleiding, kern en slot
 - Maak alinea's (witregels)
 - Blijf altijd netjes en beleefd
 - aanhef en afsluiting

Slide 11 - Tekstslide

Waar moet je de volgende keer op letten bij het schrijven van een zakelijke e-mail?

Slide 12 - Open vraag

Huiswerk volgende les:
Zorg dat je de zakelijke mail naar je docent Nederlands hebt verbeterd. Je schrijft de mail in je schrift.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

De ....(rotan) stoel (nieuwe stof!)

Slide 15 - Open vraag

Een....(metaal) kast

Slide 16 - Open vraag

De ...(karton) doos

Slide 17 - Open vraag

Een .....(nieuw) plan

Slide 18 - Open vraag

Het ....(redden) hondje

Slide 19 - Open vraag

Het ...(kopen) boek

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

Je schrijft de tussenletter N als:
Het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is met alleen een meervoud op N.
3 uitzonderingen:
1. Er is er maar één van (zonnestraal / koninginnedag)
2. Het woord is niet meer als samenstelling te herkennen (schattebout / spillebeen)
3. Het eerste deel is versterkend (reuzeleuk / apetrots)

Slide 22 - Tekstslide

Individuele opdracht
1hv: blz. 183 en 184 opdracht 26 en 27

1vwo: blz. 195 opdracht 4 en 5

Slide 23 - Tekstslide

huil+balk

Slide 24 - Open vraag

zon + straal

Slide 25 - Open vraag

rijst + pap

Slide 26 - Open vraag

redding + boot

Slide 27 - Open vraag

ruimte + gebrek

Slide 28 - Open vraag

dag + raad

Slide 29 - Open vraag

spin + web

Slide 30 - Open vraag