Oefentoets spelling

Oefentoets spelling
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Oefentoets spelling

Slide 1 - Tekstslide

Neem de zin over en noteer de hoofdletters.

biologie, frans en aardrijkskunde zijn fleurs lievelingsvakken.

Slide 2 - Open vraag

Neem de zin over en noteer de hoofdletters.

's zomers gaat de friese familie van songer een maand naar de spaanse kust.

Slide 3 - Open vraag

Is het woord goed of fout gespeld: pannekoek
A
Goed
B
Fout

Slide 4 - Quizvraag

Is het woord goed of fout gespeld: groentesoep
A
Goed
B
Fout

Slide 5 - Quizvraag

Is het woord goed of fout gespeld: havengebied
A
Goed
B
Fout

Slide 6 - Quizvraag

Is het woord goed of fout gespeld: secondewijzer
A
Goed
B
Fout

Slide 7 - Quizvraag

Is het woord goed of fout gespeld: zonnenscherm
A
Goed
B
Fout

Slide 8 - Quizvraag

Is het woord goed of fout gespeld: platteland
A
Goed
B
Fout

Slide 9 - Quizvraag

Kies het goede antwoord:
A
Ziekewagen
B
Ziekenwagen

Slide 10 - Quizvraag

Kies het goede antwoord:
A
Nachtegaal
B
Nachtengaal

Slide 11 - Quizvraag

Kies het goede antwoord:
A
Buschauffeur
B
Busschauffeur

Slide 12 - Quizvraag

Kies het goede antwoord:
A
Nachtegaal
B
Nachtengaal

Slide 13 - Quizvraag

Neem het woord goed over (denk aan tekens, accenten, trema, apostrof, hoofdletters):

s nachts

Slide 14 - Open vraag

Neem het woord goed over (denk aan tekens, accenten, trema, apostrof, hoofdletters):

babytjes

Slide 15 - Open vraag

Neem het woord goed over (denk aan tekens, accenten, trema, apostrof, hoofdletters):

vmboleering

Slide 16 - Open vraag

Neem het woord goed over (denk aan tekens, accenten, trema, apostrof, hoofdletters):

vetpercentageindicatie

Slide 17 - Open vraag

Neem het woord goed over (denk aan tekens, accenten, trema, apostrof, hoofdletters):

zon en feestdagen

Slide 18 - Open vraag

Neem het woord goed over (denk aan tekens, accenten, trema, apostrof, hoofdletters):

cafe

Slide 19 - Open vraag

Neem het woord goed over (denk aan tekens, accenten, trema, apostrof, hoofdletters):

70jarige

Slide 20 - Open vraag

Neem het woord goed over (denk aan tekens, accenten, trema, apostrof, hoofdletters):

noord italie

Slide 21 - Open vraag

Welke zin is goed gespeld?
A
Ik houd van spinazie, aardappelen en pizzas.
B
Ik houd van spinazie, aardappelen en pizza's.
C
Ik houd van spinazi, aardappelen en pizza's.
D
Ik houd van spinazie, aardappele en pizza's.

Slide 22 - Quizvraag

Welke zin is juist gespeld?
A
Op maandagochtend of dinsdag- ga ik regelmatig zwemmen met mevrouw Van Vliet.
B
Op maandag- of dinsdagochtend ga ik regelmatig zwemmen met Mevrouw Van Vliet.
C
Op maandag- of dinsdagochtend ga ik regelmatig zwemmen met Mevrouw van Vliet.
D
Op maandag- of dinsdagochtend ga ik regelmatig zwemmen met mevrouw Van Vliet.

Slide 23 - Quizvraag

Welke zin is juist gespeld?
A
Sommigen kuikens lagen bij te komen in de broedkast, toen enkelen nog druk bezig waren uit het ei te kruipen.
B
Sommige kuikens lagen bij te komen in de broedkast, toen enkelen nog druk bezig waren uit het ei te kruipen.
C
Sommigen kuikens lagen bij te komen in de broedkast, toen enkele nog druk bezig waren uit het ei te kruipen.
D
Sommige kuikens lagen bij te komen in de broedkast, toen enkele nog druk bezig waren uit het ei te kruipen.

Slide 24 - Quizvraag

Mensen houden veel ... dieren in huis, maar van katten en honden zijn er toch de ...
A
verschillende / meeste
B
verschillende / meesten
C
verschillenden / meeste
D
verschillenden / meesten

Slide 25 - Quizvraag

Bij ... gaat de voorkeur uit naar één van de twee diren, maar ... vinden ... even leuk.
A
vele / sommige / beide
B
vele / sommigen / beiden
C
velen / sommige / beide
D
velen / sommigen / beide

Slide 26 - Quizvraag