2.3 Celdeling en kanker + 2.4 Kweken van cellen, weefsels en organen.
Bespreken oefenvragen
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Bespreken oefenvragen
Slide 1 - Tekstslide
2.2 DNA en specialisatie van cellen
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Paragraaf 1 Dierenwelzijn
2.3 Celdeling en kanker
Slide 9 - Tekstslide
Leerdoelen 2.3
Je leert wat chromosomen zijn en hoe deze zijn opgebouwd;
Je beschrijft de stappen van de celcyclus;
Je beschrijft de stappen van de mitose;
Je leert hoe ongecontroleerd celgroei ontstaat, en benoemt het verschil tussen tumor en kanker.
Slide 10 - Tekstslide
Celdeling
Cellen vermeerderen zich door deling.
1 moedercel splits in 2 dochtercellen.
DNA wordt verdeelt.
Slide 11 - Tekstslide
Levenscyclus van een cel
BINAS 76A
Slide 12 - Tekstslide
DNA verdubbeling
BINAS 76A
Slide 13 - Tekstslide
S-fase: replicatie
Langs beide DNA-ketens wordt een complement gelegd.
Via basenparingsregels van DNA: A => T, C => G
Na deze verdubbeling bestaat 1 chromosoom uit 2 chromatiden.
Slide 14 - Tekstslide
S-fase: replicatie
Slide 15 - Tekstslide
Chromosomen (BiNaS 70A)
Chromosoom = gespiraliseerd DNA molecuul omwonden om eiwitten.
Chromatiden = een van beiden identieke helften van een verdubbeld DNA molecuul.
Centromeer = bindingsplaats van de 2 identieke chromotiden.
Slide 16 - Tekstslide
Karyogram
23 chromosomenparen, waarvan 1 paar geslachtschromosomen.
Jongens hebben XY
Meisjes hebben XX
Slide 17 - Tekstslide
M-fase: celdeling
BINAS 76A
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Mitose - Profase
Kernmembraan verdwijnt
Chromosomen spiraliseren (opgerold)
Spoelfiguur ontstaat => Netwerk van eiwitdraden die polen van de cel verbinden met het centromeer van de opgerolde chromosomen
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Mitose - Metafase
Chromosomen liggen naast elkaar op de equator van de cel.
Spoelfiguur bij de polen met trekdraden bij de centromeren van elk chromosoom.
Elk chromosoom is verbonden met beide spoelfiguren.
Slide 22 - Tekstslide
Mitose - Anafase
Trekdraden trekken de chromatiden uit elkaar.
De chromosomen zijn nu weer 'normaal'.
Slide 23 - Tekstslide
Mitose - Telofase
Chromatiden ontrollen zich tot chromosomen. 46 in elke dochtercel.
Nieuw kernmembraan ontstaat
Spoelfiguren verdwijnen
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
0
Slide 26 - Video
HW Controle 2.3
Slide 27 - Tekstslide
Paragraaf 1 Dierenwelzijn
2.3 Celdeling en kanker
Slide 28 - Tekstslide
In welk deel van de celcyclus vind DNA replicatie plaats?
A
G1 fase
B
G2 fase
C
S fase
D
M fase
Slide 29 - Quizvraag
Hoe noemen we de delen van een chromosoom die zich verdubbeld heeft, maar waarvan de verdubbelde delen nog aan elkaar vast zitten?
Slide 30 - Open vraag
Wat gebeurt er in de G1/G2 fasen?
A
Celdeling
B
Celgroei
C
DNA-replicatie
D
Rust
Slide 31 - Quizvraag
Zet de fasen van de mitose in de juiste volgorde:
1
2
3
4
5
6
7
8
Slide 32 - Sleepvraag
Specialisatie
Tijdens G0-fase: de rustfase
Stamcellen zijn niet gespecialiseerd: kunnen nog alles worden.
Regelgenen = genen met de code voor eiwitten die processen in de cel regelen zoals welke andere genen actief zijn (en daardoor de celdeling kunnen regelen).
Slide 33 - Tekstslide
Controlepunten
Tijdens de celcyclus zijn er controles om te zien of alle processen goed verlopen.
G1-fase
G2-fase
M-fase
Slide 34 - Tekstslide
Van tumor tot kanker
Tumor = een gezwel van cellen die ongecontroleerd delen. Celcyclus wordt niet meer goed gereguleerd.
Kanker = een kwaadaardige tumor die zich door het lichaam verspreidt (metastaseren).
Goedaardige tumor => tumor ingesloten door bindweefsel.
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Video
Kanker- behandelingen
Chirurgie: verwijderen van de tumor
Bestraling: vernietigen van de tumor door radioactieve straling
Chemotherapie: cytostatica (geneesmiddel dat de celdeling remt) voorkomen celdeling, ook van tumorcellen. Bijwerkingen, tast ook gezonde cellen aan.
Immunotherapie: stimulering van het afweersysteem om zelf tumorcellen op te ruimen.
Slide 37 - Tekstslide
Slide 38 - Video
Slide 39 - Video
2.4 Kweken van cellen, weefsels en organen
Slide 40 - Tekstslide
Leerdoelen
Je beschrijft hoe mensen via biotechnologie nuttige producten maken;
Je legt uit hoe mensen stamcelkweek gebruiken voor medische toepassingen;
Je legt uit dat transplantaties met niet-lichaamseigen weefsels of organen tot afstoting kunnen leiden.
Slide 41 - Tekstslide
Biotechnologie
Biotechnologie = het gebruik van organismen voor de productie van bepaalde stoffen.
Plasmide = een klein ringvormig DNA molecuul uit bacteriën.
Slide 42 - Tekstslide
Biotechnologie
Genetisch gemodificeerd = door mensen veranderd DNA.
Mensen kunnen een gen naar keuze in het plasmide zetten en het plasmide vervolgens bij bacteriën inbrengen die van dat gen dan eiwitten gaan maken.
Slide 43 - Tekstslide
Stamcellen
Stamcel = niet-gespecialiseerde cel met het vermogen altijd te blijven te delen.
De meeste stamcellen maken maar één type cel. Alleen de eerste cellen van het menselijk embryo kunnen alle andere celtypen vormen.
Slide 44 - Tekstslide
Ongelijke deling
Gelijke deling: ontstaan 2 stamcellen.
Ongelijke deling: 1 stamcel, 1 gespecialiseerd.
Slide 45 - Tekstslide
Regelgenen
Regelgenen bepalen welke eiwitten van genen worden gemaakt die nodig zijn voor de gespecialiseerde cel functie.
Informatie van stoffen uit de omgeving van de cel kan de regelgenen activeren
Slide 46 - Tekstslide
Transplantaties
Transplantatie = het vervangen van niet goed functionerende weefsel of organen door donor materiaal.
Afstoting = het afstoten van getransplanteerd materiaal door het afweersysteem.
Slide 47 - Tekstslide
Weefseltechnologie
Weefseltechnologie = het maken van lichaamseigen weefsels.
Door het orgaan te maken van stamcellen van de patiënt zelf is er geen risico op afstoting.
Wachtlijsten een groot probleem voor donororganen.