In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Segmentatiecriteria in Business to Business
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je de doelgroep in business to business omschrijven aan de hand van de volgende segmentatiecriteria: Geografisch, soort bedrijf, bedrijfsgrootte en klantenpiramide.
Slide 2 - Tekstslide
Leg de leerdoelen van de les uit aan de studenten.
Wat weet je al over de doelgroep in business to business en de segmentatiecriteria?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Segmentatiecriteria
Wat zijn segmentatiecriteria? Dit zijn criteria die worden gebruikt om de doelgroep in business to business te definiëren en te categoriseren.
Slide 4 - Tekstslide
Leg uit wat segmentatiecriteria zijn en waarom ze belangrijk zijn in business to business.
Geografische segmentatie
Bij geografische segmentatie wordt de doelgroep ingedeeld op basis van locatie, zoals land, regio of stad.
Slide 5 - Tekstslide
Beschrijf geografische segmentatie en geef voorbeelden van hoe bedrijven dit kunnen gebruiken in hun marketingstrategie.
Soort bedrijf
Bij segmentatie op basis van soort bedrijf worden bedrijven ingedeeld op basis van de sector waarin ze actief zijn, bijvoorbeeld technologie, gezondheidszorg of detailhandel.
Slide 6 - Tekstslide
Leg uit hoe segmentatie op basis van soort bedrijf kan helpen bij het identificeren van relevante doelgroepen en het aanpassen van marketingboodschappen.
Bedrijfsgrootte
Segmentatie op basis van bedrijfsgrootte houdt rekening met de omvang van het bedrijf, bijvoorbeeld klein, middelgroot of groot.
Slide 7 - Tekstslide
Beschrijf hoe bedrijven segmentatie op basis van bedrijfsgrootte kunnen gebruiken om hun producten of diensten af te stemmen op de behoeften van verschillende bedrijven.
Klantenpiramide
De klantenpiramide is een segmentatiemodel waarbij klanten worden ingedeeld op basis van hun waarde voor het bedrijf, zoals grote key accounts, strategische klanten en potentiële klanten.
Slide 8 - Tekstslide
Leg uit wat de klantenpiramide is en hoe bedrijven deze kunnen gebruiken om hun marketinginspanningen te richten op de meest waardevolle klanten.
Interactieve oefening
Classificeer de volgende bedrijven op basis van de segmentatiecriteria:
1. Een IT-bedrijf gevestigd in Amsterdam.
2. Een middelgroot productiebedrijf in de voedingsindustrie.
3. Een grote multinational in de financiële sector.
Slide 9 - Tekstslide
Laat de studenten in groepen werken en de bedrijven classificeren op basis van de gegeven segmentatiecriteria. Bespreek vervolgens de antwoorden in de klas.
Voordelen van segmentatie
Segmentatiecriteria helpen bedrijven om gerichte marketingstrategieën te ontwikkelen, de juiste doelgroep te bereiken en de klanttevredenheid te verhogen.
Slide 10 - Tekstslide
Beschrijf de voordelen van segmentatie en hoe het bedrijven kan helpen om effectiever te communiceren met hun doelgroep.
Toepassing in de praktijk
Beschrijf hoe een bedrijf in de praktijk de segmentatiecriteria kan toepassen om hun marketingstrategie af te stemmen op de doelgroep.
Slide 11 - Tekstslide
Geef voorbeelden van echte bedrijven die segmentatiecriteria hebben gebruikt om hun marketinginspanningen te verbeteren.
Samenvatting
Geef een samenvatting van de belangrijkste punten die zijn behandeld in deze les.
Slide 12 - Tekstslide
Vat de belangrijkste concepten en inzichten van de les samen voor de studenten.
Quiz
Test je kennis! Beantwoord de volgende vraag: Welke segmentatiecriteria zijn belangrijk bij het omschrijven van de doelgroep in business to business?
Slide 13 - Tekstslide
Geef de studenten de mogelijkheid om hun begrip van de les te testen met een korte quizvraag.
Vragen en discussie
Stimuleer de studenten om vragen te stellen en een discussie te voeren over het onderwerp.
Slide 14 - Tekstslide
Open de les voor vragen en moedig de studenten aan om hun gedachten en inzichten te delen.
Einde van de les
Bedank de studenten voor hun deelname en sluit de les af.
Slide 15 - Tekstslide
Sluit de les af met een positieve noot en moedig de studenten aan om verder te blijven leren over het onderwerp.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 16 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 17 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 18 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.