v5 literatuur de kunst van lezen en schrijven

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat is literatuur voor jou?

Slide 2 - Woordweb

Literatuur =
Letterenkunst
De kunst van het lezen en schrijven

(Aldus de dikke Van Dale, 2015)


Slide 3 - Tekstslide

Functies van literatuur
Van elitekunst tot boeken voor alle mensen
Van literaire waarde naar ook literaire functies:
  • persoonlijk: ontspanning, emotieverwerking, kennisvergaring van leven en  wereld, misstanden aan de kaak stellen, antwoord geven op vragen, genieten van stijl en de denkwereld achter het boek
  • sociaal cultureel: uitbreiding woordenschat, taalgevoel, inzicht cultuur

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat zegt Rubinstein hier over de functie van literatuur?

Slide 6 - Open vraag

Wanneer wordt taal kunst?
  • voetbal, wetenschap muziek, kleding, foto's en tekst: allemaal uitingen van cultuur
  • Als de aandacht van de toeschouwer, luisteraar of lezer wordt gericht op de uitdrukking en schoonheid

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Wanneer is iets kunst voor jou?

Slide 9 - Open vraag

Hemingway, kort verhaal:
  • Te koop: babyschoentjes, nooit gedragen
  • is dit een zakelijke boodschap?

Slide 10 - Tekstslide

Literatuur
  • Lezen van een literaire tekst, een roman of gedicht vraagt om een andere manier van lezen dan het lezen van een zakelijke tekst
  • Een literaire tekst wordt ook anders geschreven dan zakelijke tekst

Slide 11 - Tekstslide

In literatuur draait alles om betekenis
  • Een zakelijke tekst moet éénduidig zijn, burgerlijk wetboek van strafrecht laat niets aan fantasie over...
  • Een literaire tekst heeft net zo veel betekenissen als lezers (meerduidig!), veel wordt aan jouw fantasie overgelaten
  • Jouw (lees)ervaring, kennis en (lees)vaardigheid zijn van belang
  • Een tekst heeft net zo veel betekenissen als het aantal lezers dat die tekst heeft
  • Maar: niet elke interpretatie is per definitie juist
  • Door uitwisseling: je kunt betekenis die je zelf a.d. tekst gaf verbreden, verdiepen of op heel andere ideeën brengen

Slide 12 - Tekstslide

Leesmanieren 
  • Hangt samen met je leeservaring en leesbehoeftes
  • Belevend (lekker ontspannen)
  • Herkennend (je identificeert je met personages)
  • Reflecterend (als je aan het denken gezet wilt worden)
  • Interpreterend (als je op zoek gaat naar diepere betekenislagen)
  • Poëticaal (als je literaire context en literatuuropvattingen 
  • Leesmanieren zijn (bij meer ervaring) te combineren

Slide 13 - Tekstslide

Schrijvers en dichters
  • Schrijvers: goede en kritische lezers
  • Schrijver: creëert een fantasiewereld die hij ozet in taal
  • Dichters: drukken bijzondere of complexe ervaringen uit in poëtische taal  
  • Een dichter 'verdicht' een ervaring (maakt hem kleiner)
  • Een schrijver creëert een verhaal met een handeling (smeert het uit)

Slide 14 - Tekstslide

Leg uit wat meerduidigheid is door een situatie te beschrijven

Slide 15 - Open vraag

opdrachtje
Maak vraag 6 op bladzijde 134


Slide 16 - Tekstslide