Trede 9, les 2, lezen, woorden met betekenis

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Welkom

Slide 3 - Tekstslide

Daltontijd: stillezen 
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

H: waar vind je de bron van een tekst? 

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoelen oranje

Je leidt de betekenis van onbekende woorden af uit de context
Je kent de betekenis van veel voorkomende woorden






Slide 6 - Tekstslide

Lesdoelen rood en wit

Je herkent verschillende signaalwoorden
Je herkent tekstverbanden: opsomming, tijdsvolgorde, tegenstelling en oorzaak/gevolg







Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Woordraadstrategieën
Welke woordraadstrategie gebruikt Loesje hier?

Slide 11 - Tekstslide

Welke woordraadstrategieën zijn er nog meer?

Slide 12 - Open vraag

?
Die eend vind ik het allermooist.

Slide 13 - Tekstslide

Met context
Die garage verkoopt allemaal mooie auto's, maar die eend vind ik het allermooist. Ik denk dat ik die ga kopen.

Slide 14 - Tekstslide

Wat wordt er bedoeld met context?

Slide 15 - Open vraag

Opdracht
Oranje: haal uit elke alinea een moeilijk woord en geef aan hoe je achter de betekenis bent gekomen.

Rood en wit: haal uit elke alinea een signaalwoord en noteer het bijbehorende tekstverband.

Extra uitdaging: noteer de hoofdgedachte van de tekst en bedenk een nieuwe passende titel voor de tekst.
timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Week 21, tab: woorden met betekenis

Slide 18 - Tekstslide


Wat heb je deze les geleerd?

Slide 19 - Open vraag

Lesdoelen oranje

Je leidt de betekenis van onbekende woorden af uit de context
Je kent de betekenis van veel voorkomende woorden






Slide 20 - Tekstslide

Lesdoelen rood en wit

Je herkent verschillende signaalwoorden
Je herkent tekstverbanden: opsomming, tijdsvolgorde, tegenstelling en oorzaak/gevolg







Slide 21 - Tekstslide

Wat vond je goed gaan?
Wat vond je het moeilijkst?
Wat vond je
leuk om te doen?

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide