2.8 Spelling

Welkom!
Pak je laptop en log in via lessonup.app
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Pak je laptop en log in via lessonup.app

Slide 1 - Tekstslide

Wat neem je mee naar Nederlands?
  • Leesboek (schoolpas!)
  • Schrift (voor aantekeningen en dictee)
  • Laptop
  • Werkboek*

Slide 2 - Tekstslide

2.7 Grammatica
zelfstandig naamwoord, werkwoord en lidwoord

Wat weet je nog?

Slide 3 - Tekstslide

zelfstandig naamwoord
werkwoord
lidwoord
de
slapen
gemaakt
het
aardbeien
Willem

Slide 4 - Sleepvraag

2.8 Spelling en 2.9 Media en onderzoek
Deze week leer je:
- hoe je de persoonsvorm tegenwoordige tijd spelt;
- wanneer je een komma gebruikt;
- 10 dicteewoorden;
- hoe je slim kan zoeken met Google;
- hoe je online betrouwbare informatie over een onderwerp vindt. 

Slide 5 - Tekstslide

Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
In hoofdstuk 1 heb je geleerd hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd schrijft.

In deze paragraaf is er extra aandacht voor werkwoorden waarvan de stam eindigt op -d of -t.

Bij d-werkwoorden eindigt de stam (en ik-vorm) op -d.
Bij jij en bij hij/zij/het komt er -t achter (ook al hoor je die niet).
Hier gelden dus dezelfde regels als bij alle andere werkwoorden.

Bij t-werkwoorden eindigt de stam (en ik-vorm) op -t.
Bij jij en bij hij/zij/het komt er géén extra -t achter.

Slide 6 - Tekstslide

worden - ik ...

Slide 7 - Open vraag

fluiten - jij ...

Slide 8 - Open vraag

melden - jij ...

Slide 9 - Open vraag

vermijden - ... jij?

Slide 10 - Open vraag

Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd

Slide 11 - Tekstslide

De komma
De komma staat niet aan het eind van een zin, zoals de punt, het vraagteken en het uitroepteken, maar in een zin.

Maar wanneer gebruik je een komma? 

Overleg met elkaar! Er zijn 4 antwoorden.

Slide 12 - Tekstslide

De komma

Slide 13 - Tekstslide

Weektaak
Moet je doen:
2.8 opdracht 3 t/m 5, 7 t/m 10 en 12
2.7 opdracht 4 t/m 24
Klaar?
  1. 2.9 opdracht 1 t.m 3, 5 en 7
  2. Lezen in je leesboek

Slide 14 - Tekstslide