Introductie

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

Fijn dat je er bent.

Vergeet je telefoon niet in de telefoontas te doen en ga dan lekker zitten. 

Wat gaan we deze les doen?

• Even voorstellen
• Beetje informatie
• Afspraken en verwachtingen
• Uitleg over het boek
• Praten en schrijven over lezen

Aan het einde van deze les weten jullie meer over mij én over jezelf. 

Wie ben ik?

• Hoi. 

Ik ben nieuwsgierig, enthousiast, behulpzaam, best wel een rommelkont, en kan streng zijn (als het moet, maar liever niet). 

Ik heb een hekel aan onweer en ben dol op lezen, sporten en gezelligheid. 

En wie ben jij?

• Vul het kennismakingsblad in.
• Als je klaar bent lever je 'm bij mij in.
• Eerder klaar? Dan wacht je rustig op de rest.

Nederlands?

Waar denk je aan bij het vak Nederlands?

Waarom krijg je het vak Nederlands?

Een keer wat anders!

Lekker aardig..

Even denken..

Wat maakt het vak Nederlands belangrijk?

Wat verwacht ik van jullie?

Werk je hard voor mij? Dan werk ik ook hard voor jou!

Elke les neem je mee:

1. Lesboek Nieuw Nederlands
2. Schrift
3. Pen (ja, een potlood mag ook)
4. Je eigen leesboek.

Bij binnenkomst:

• Telefoon in de telefoontas. We houden de volgorde van de klassenlijst aan.
  
• Je legt je benodigde spullen op tafel.
• Huiswerk moeten maken? Leg je schrift open op de hoek van je tafel.
  
  

Ik noteer het als je je spullen niet in orde hebt, of als je je huiswerk niet hebt gemaakt. Na drie keer volgt er een passende opdracht. 

Regels in de les

• Telefoon gaat in de telefoontas
• We hebben respect voor elkaar én elkaars spullen
• Je luistert naar mij én naar elkaar
• We doen actief mee tijdens de lessen
• We vloeken en schelden niet 
• Kauwgum werp je vooraf in de prullenbak
• Petten of hoeden zijn af en je hebt geen jas aan in de klas 
• Je neemt elke dag een leesboek mee

Welk gedrag verwacht ik?

• Je werkt hard in mijn les
• Je stelt vragen als je zaken niet begrijpt
• Je steekt dan wel even eerst je vinger op
• Je bent beleefd (mevrouw en u)
• Je bent aardig/ vriendelijk naar je klasgenoten
• Je bent zuinig op je spullen en de spullen van een ander

We gebruiken:

Nieuw Nederlands flex-boek

• Heb je het juiste boek?
• Weet je hoe je in de online methode komt?

Leesboek

Aan jou de keus!

Momentje vrij, boek erbij

Denk eraan: 

Lid van de bibliotheek? gratis! 

www.jeugdbibliotheek.nl

(kies een C of D boek)

Heb je een vraag?

BILLYBILLYBOB

https://www.spelenboek.nl/mime/billy-billy-bob/

Welkom!

Fijn dat je er bent.

Vergeet je telefoon niet in de telefoontas te doen en ga dan lekker zitten. 

Vorige les

Wat hebben we gedaan:

• Voorstellen
• Afspraken en verwachtingen
• Spullen mee 

https://www.spelenboek.nl/mime/billy-billy-bob/

Deze les

Vandaag gaan we:

• Praten en schrijven over lezen

https://www.spelenboek.nl/mime/billy-billy-bob/

Lezen

Lezen is:

leuk, uitdagend, romantisch, stoer, genieten, beleven, ontspannen, kennis, verdieping, ontdekken en nog veel meer...

Leesautobiografie

Een autobiografie 

(Grieks: αὐτός zelf, βίος leven, γράφειν schrijven)

Het is dus een beschrijving die iemand geeft over zijn levensloop. 

Een leesautobiografie gaat over jouw leeservaringen tot nu toe. 

Aan de slag!

Maak jouw leesautobiografie.

Je beantwoordt de vragen zo precies mogelijk. 

Deze les kun je dit niet afmaken, we maken een start. 

Klaar? Lever de leesautobiografie bij mij in.

 

BILLYBILLYBOB

https://www.spelenboek.nl/mime/billy-billy-bob/

Fictie en non-fictie

We gaan aan de slag met de cursus: fictie.

  

• Je gaat leren over fictie en non-fictie en leert over personages en perspectieven. 

Non-fictie

Niet verzonnen

Informatie over een onderwerp

Overtuigen van zijn mening

Uitleg geven 

Fictie

Verzonnen

Het doel is amuseren (de schrijver wil dat jij zijn verhaal met plezier leest).

Daardoor kun je soms wegdromen, aan het denken gezet worden of je inbeelden hoe het is om iemand anders te zijn.

Aan de slag!

We maken samen opdracht 1, daarna werk je zelfstandig verder tot en met opdracht 2. 

Wat? Je maakt de opdrachten af.

Hoe? Noteer de antwoorden in je schrift.

Hulp? Denk aan BBB.

Tijd? 12 minuten.

Uitkomst? We bespreken het straks.

Eerder klaar? Maak opdracht 3. 

Personages

- Alle personen die een rol spelen in een verhaal zijn personages. 

- Het belangrijkste personage over wie het verhaal gaat is de hoofdpersoon. Soms heeft een verhaal meerdere hoofdpersonen. 

- De overige personages zijn bijfiguren. 

- Van de hoofdpersoon weet je hoe hij zich voelt en hoe hij denkt. 

Je zegt dat het perspectief bij de hoofdpersoon ligt. 

Aan de slag!

We maken samen opdracht 1, daarna werk je zelfstandig verder tot en met opdracht 2. 

Wat? Je maakt de opdrachten af.

Hoe? Noteer de antwoorden in je schrift.

Hulp? Denk aan BBB.

Tijd? 10 minuten.

Uitkomst? We bespreken het straks.

Eerder klaar? Maak opdracht 3. 

Spelletje!

Twee waarheden, één leugen.

• Ik ben dol op stofzuigen.
• Mijn lievelingskleur is groen.
• Sprinkhanen zijn mijn lievelingsdieren. 

Nu jij! 

Doei!

Je hebt vandaag geleerd:

• waarom lezen belangrijk is
• wat een leesautobiografie is en hoe je die schrijft
• wat personages zijn

Heb je nog een vraag?

Huiswerk: voor de volgende les heb je een leesboek mee. 

Perspectief

Er bestaan verschillende soorten perspectief:

• ik-perspectief: het verhaal is in de ik-vorm geschreven
• hij/ zij-perspectief: het verhaal is in de hij- of zij-vorm geschreven
• wisselend perspectief: het verhaal is vanuit meerdere perspectieven geschreven