5.2 Zouten in water

Noteer de verhoudingsformule van zinkchloride.
1 / 22
volgende
Slide 1: Open vraag
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Noteer de verhoudingsformule van zinkchloride.

Slide 1 - Open vraag

Verhoudingsformules

tabel 45A en 66B
symbolen  ionen en lading

Noteer de juiste index bij de ionen.

ijzer(III)hydroxide
Fe3+  OH-
  1      :    3
(Fe3+)1(OH-)3
Let op samengesteld ion!!
Fe(OH)3 (s)

Slide 2 - Tekstslide

Verhoudingsformules

tabel 45A en 66B
symbolen  ionen en lading

Noteer de juiste index bij de ionen.

ammoniumfosfaat
NH4+  PO43-
     3    :    1
(NH4+)3(PO43-)1
Let op samengesteld ionen!!
(NH4)3PO4 (s)

Slide 3 - Tekstslide

Noteer de verhoudingsformule van zilveroxalaat

Slide 4 - Open vraag

Noteer de verhoudingsformule van aluminiumsulfiet

Slide 5 - Open vraag


Niobiumoxide heeft de verhoudingsformule Nb2O5 en is opgebouwd uit twee niobium-ionen en vijf oxide-ionen. 
Leg uit wat de lading is van het niobium-ion.

Slide 6 - Open vraag

De verhoudingsformule  is Nb2O5 
(Nb??)2(O2-)5             
  (10+)  : (10-)                        
          2 : 5

Dus moet 1 niobium-ion (Nb-ion) wel een lading van 5+ hebben.

Niobiumoxide heeft de verhoudingsformule Nb2O5 en is opgebouwd uit twee niobium-ionen en vijf oxide-ionen.  
Leg uit wat de lading is van het niobium-ion?

Slide 7 - Tekstslide

5.2 Zouten in water
Hoe lossen zouten op in water?
Hoe reageren metaaloxiden met water?

Slide 8 - Tekstslide

Oplossen van een zout
Als een zout oplost dan worden de losse ionen van het zout omringt door watermoleculen, dit heet hydratatie / hydrateren.

Niet elk zout is goed oplosbaar:
Soms is de ionbinding te sterk.

Binas tabel 45A

Slide 9 - Tekstslide

Oplossen van een zout
Als een zout oplost dan worden de losse ionen van het zout omringt door watermoleculen, dit heet hydratatie.

Niet elk zout is goed oplosbaar:
Soms is de ionbinding te sterk.

Binas tabel 45A

Slide 10 - Tekstslide

  Binas tabel 45A:
g: goed oplosbaar                   
(vb: NaCl)

m: matig oplosbaar
(vb: MgSO3)

s: slecht oplosbaar
(vb: CaCO3)

r: reageert in water
(vb: CaO)

Slide 11 - Tekstslide


Hoe lost het zout ZnCl2 op in water?
A
Goed
B
Slecht
C
Matig
D
Reageert in water

Slide 12 - Quizvraag


Hoe lost het zout BaSO4 op in water?
A
Goed
B
Slecht
C
Matig
D
Reageert in water

Slide 13 - Quizvraag

Hoe lost het zout lood(II)hydroxide op in water?
A
Goed
B
Slecht
C
Matig
D
Reageert in water

Slide 14 - Quizvraag

Oplosvergelijking van een zout
Water komt niet voor in de vergelijking: het reageert niet.
  • NaCl (s)--> Na+ (aq) + Cl- (aq)
  • CuCl2 (s) -> Cu2+ (aq) + 2 Cl- (aq)


Elk ion in het zout wordt afzonderlijk gehydrateerd.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide


Geef de oplosvergelijking van het zout ZnBr2

Slide 17 - Open vraag

Indampvergelijking van een zout
Als je een zoutoplossing verwarmt, verdampt het water.
Negatieve en positieve ionen vormen weer een ionrooster.
Het vaste zout blijft achter.
  • Zn2+ (aq) + SO42- (aq) --> ZnSO4 (s)
  • 2 Al3+ (aq) + 3 CO32- (aq) --> AL2(CO3)3 (s)

Slide 18 - Tekstslide

Geef de indampvergelijking van een natriumchlorideoplossing

Slide 19 - Open vraag

Oplosbaarheid van een zout
Geeft hoeveelheid stof aan die kan oplossen in een oplosmiddel bij bepaalde temperatuur.

Als maximale hoeveelheid zout is opgelost: verzadigd
Niet het geval? Onverzadigd

Slide 20 - Tekstslide

De oplosbaarheid van BaCl2 is 1,78 mol/L water.
Ik doe 400 g BaCl2 in 1 liter water.
Bereken of deze oplossing verzadigd is.

Slide 21 - Open vraag

Een r in binas tabel 45A
  • Dan reageert het zout met water.
  • Bij Na2O, K2O, CaO en BaO
  • Nu wel water in reactievergelijking, want het reageert.

Slide 22 - Tekstslide