5.2 Zouten in water

5.2 Zouten in water
Hoe lossen zouten op in water?
Welke zouten lossen wel en welke lossen niet op?
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

5.2 Zouten in water
Hoe lossen zouten op in water?
Welke zouten lossen wel en welke lossen niet op?

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les
Fe2+ en OH-

Hoe heet het zout dat deze ionen samen vormen?
Wat is de verhoudingsformule van dit zout?
Wat is de molecuulformule van dit zout?


Slide 2 - Tekstslide

https://dobbelzouten.twboom.dev/

Slide 3 - Tekstslide

Oplossen van een zout in water
  • Ontstaan ion-dipoolbindingen tussen het ion en een watermolecuul
  • Omringen van ionen door watermoleculen: Hydratatie 
  • Niet elk zout is goed oplosbaar: Soms is de ionbinding te sterk
  • Binas tabel 45A

Slide 4 - Tekstslide

Oplossen van een zout in water
  • Binas tabel 45A:
  • g: goed oplosbaar (vb: NaNO3)
  • m: matig oplosbaar (vb: MgSO3)
  • s: slecht oplosbaar (vb: CaCO3)
  • r: reageert in water (vb: CaO)

Slide 5 - Tekstslide

Hoe lost het zout NaCl op in water?
A
Goed
B
Slecht
C
Matig
D
Reageert in water

Slide 6 - Quizvraag

Hoe lost het zout Fe2O3 op in water?
A
Goed
B
Slecht
C
Matig
D
Reageert in water

Slide 7 - Quizvraag

Hoe lost het zout lood(II)hydroxide op in water?
A
Goed
B
Slecht
C
Matig
D
Reageert in water

Slide 8 - Quizvraag

Oplosvergelijking van een zout
  • Water komt niet voor in de vergelijking: het reageert niet mee.
  • NaCl (s)-> Na+ (aq) + Cl- (aq)
  • Algemene vorm: Zout -> ionen
  • Elk ion in het zout wordt afzonderlijk gehydrateerd
  • CuCl2 (s) -> Cu2+ (aq) + 2 Cl- (aq)

Slide 9 - Tekstslide

Geef de oplosvergelijking van het zout ZnBr2

Slide 10 - Open vraag

Oplosvergelijking van een zout
  • ZnBr2 bestaat uit Zn2+ en 2 Br-
  • Oplosvergelijking: ZnBr2 -> Zn2+ + 2 Br-

Slide 11 - Tekstslide

Indampvergelijking van een zout
  • Als je een zoutoplossing verwarmt, verdampt het water.
  • Negatieve en positieve ionen vormen weer een ionrooster.
  • Het zout blijft achter.
  • Indampvergelijking: ionen -> zout
  • Zn2+(aq) + SO42- (aq) -> ZnSO4 (S)

Slide 12 - Tekstslide

Geef de indampvergelijking van een natriumchlorideoplossing

Slide 13 - Open vraag

Oplosbaarheid van een zout
  • Geeft hoeveelheid stof aan die kan oplossen in een oplosmiddel bij bepaalde temperatuur.
  • Als maximale hoeveelheid zout is opgelost: verzadigd
  • Niet het geval? Onverzadigd

Slide 14 - Tekstslide

De oplosbaarheid van BaCl2 is 1,78 mol/L water. Ik doe 400 g BaCl2 in een liter water. Bereken of deze oplossing verzadigd of onverzadigd is.

Slide 15 - Open vraag

https://youtu.be/HnSg2cl09PI

Slide 16 - Tekstslide