In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Lezen H3 Argumentatie
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Standpunt
Argument
Dus
Kortom
Namelijk
Dat blijkt uit
Omdat
Daarom
Volgens ons
Immers
Slide 4 - Sleepvraag
Standpunt of argument? [Omdat oude auto's heel vervuilend zijn], mogen ze niet meer in het centrum komen.
A
standpunt
B
argument
Slide 5 - Quizvraag
[Het Nederlands verloedert] want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.
A
standpunt
B
argument
Slide 6 - Quizvraag
Leerlingen op het vwo moeten in vijf in plaats van zes jaar hun opleiding kunnen afmaken. [Je kunt eerder aan een vervolgstudie beginnen en je zit je minder te vervelen].
A
standpunt
B
argument
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Stelling:
Utrecht is een prettige stad om in te wonen
Feitelijk argument
Waarderend
argument
Er wonen in Utrecht veel jonge gezellige mensen.
Utrecht was in 2013 de stad met de grootste stijging van het aantal inwoners.
Slide 9 - Sleepvraag
Stelling:
Je kunt beter met het openbaar vervoer naar Rotterdam gaan
Waarderend argument
Feitelijk
argument
Het is veel gezelliger om met het openbaar vervoer naar Rotterdam te komen
Dan maken er meer mensen gebruik van het openbaar vervoer
Slide 10 - Sleepvraag
Stelling: Maastricht is een prima stad om een
excursie voor CKV te organiseren.
Waarderend argument
Feitelijk argument
In Maastricht kan je verschillende musea en galeries bezoeken
Maastricht heeft een gezellige binnenstad
Slide 11 - Sleepvraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Wat voor soort argumentatie is dit?
A
nevenschikkende argumentatie
B
onderschikkende argumentatie
C
nevenschikkende en onderschikkende argumentatie
Slide 15 - Quizvraag
Wat voor soort argumentatie is dit?
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
neven- en onderschikkende argumentatie
Slide 16 - Quizvraag
Wat voor soort argumentatie is dit?
Joost is tegenwoordig niet aardig meer. Hij zegt steeds al onze afspraken af. Bovendien maakt hij gemene opmerkingen.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
neven- en onderschikkende argumentatie
Slide 17 - Quizvraag
Wat voor soort argumentatie is dit?
Joost is tegenwoordig niet aardig meer. Hij zegt steeds al onze afspraken af. Bovendien maakt hij gemene opmerkingen, want hij zegt dat ik lelijk ben.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
neven- en onderschikkende argumentatie
Slide 18 - Quizvraag
Wat voor soort argumentatie is dit?
Ik vind honden leuker dan katten, want met honden kun je meer spelletjes doen.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
neven- en onderschikkende argumentatie
Slide 19 - Quizvraag
Opdracht
Wat is zijn standpunt?
Welke argumenten geeft hij?
Zijn dit feitelijke argumenten of waarderende argumenten?
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Wat is zijn standpunt?
Slide 22 - Open vraag
Welke argumenten geeft Lubach?
Slide 23 - Open vraag
Zijn dit vooral feitelijke of waarderende argumenten?