Vraag: wat zijn de werkwoorden in deze zinnen en wat is het voor soort werkwoord?
Kies uit: persoonsvorm, voltooid deelwoord of heel werkwoord.
1. Ik zou mijn broertje van school ophalen.
2. Wij hebben een toets gemaakt.
3. Jullie gaan donderdag een toets maken.
4. Vind jij dit een lastige opdracht?