Lezen H1 en H2 vwo 3

Vaste tekststructuren H1 en H2
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Vaste tekststructuren H1 en H2

Slide 1 - Tekstslide

Het onderwerpvan de tekst geef je weer
A
in een hele zin
B
in een paar woorden
C
in een alinea
D
als tussenkopje

Slide 2 - Quizvraag

Een deelonderwerp is
A
een aspect van het onderwerp dat in een alinea beschreven wordt.
B
een deel van het onderwerp in de inleiding.
C
het argument van de schrijver voor zijn standpunt.
D
een onderwerp waar een tussenkopje bij gemaakt is.

Slide 3 - Quizvraag

Wat is geen functie van de inleiding?
A
onderwerp introduceren
B
aandacht trekken
C
samenvatting geven
D
tekststructuur aanduiden

Slide 4 - Quizvraag

Je moet daar niet gaan eten, want de keuken is erg slecht!
A
Feit
B
Mening

Slide 5 - Quizvraag

Sigrid Kaag is onze nieuwe minister-president.
A
Feit
B
Mening

Slide 6 - Quizvraag

Hoe lees je een tekst globaal?

Slide 7 - Open vraag

Bij welke tekststructuren worden in het middenstuk oorzaken behandeld?
A
Probleem-oplossingsstructuur en vraag-antwoordstructuur
B
Verklaringsstructuur en Aspectenstructuur
C
Verklaringsstructuur en Probleem-oplossingsstructuur
D
Aspectenstructuur en Argumentatiestructuur

Slide 8 - Quizvraag

Hoe is een argumentatiestructuur opgebouwd?

Slide 9 - Open vraag

T
Welke structuur hoort bij welk Slot?
Samenvatting
of conclusie
Afweging en
conclusie
Samenvatting
Herhaling
stelling of
beantwoording
vraag
Voor- en
nadelen-
structuur

Vraag/
antwoord-
structuur
Verklarings-
structuur
Argumentatie-structuur

Slide 10 - Sleepvraag

Hoe is een verklaringsstructuur opgebouwd?

Slide 11 - Open vraag

Waaruit bestaat het slot van een aspectenstructuur?
A
Samenvatting
B
Herhaling stelling
C
Conclusie
D
Afweging

Slide 12 - Quizvraag

Sleep de signaalwoorden naar het bijbehorende verband.

Opsommend
Tegen-
stellend
Oorzakelijk
Chronologisch
Vergelijkend
Samen-
vattend
Concluderend
zoals,
beter dan
eerst,
dan,
voordat
dus,
daarom,
kortom
bovendien,
ook,
daarnaast
weliswaar,
kortom,
ofschoon
doordat,
waardoor,
het gevolg is
toch,
daarentegen,
maar

Slide 13 - Sleepvraag

Iedere schrijver heeft een schrijfdoel. Bij elk schrijfdoel horen verschillende tekstsoorten. Sleep het juiste doel naar de bijbehorende tekstsoort.
Activeren
Amuseren
Overtuigen
Informeren

Slide 14 - Sleepvraag

Hoe bepaal je waar in de tekst (bij welke alinea('s) de inleiding, het middenstuk en het slot beginnen?

Slide 15 - Open vraag

Ik zie dat SO helemaal zitten!
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Aan de slag!
  • Wat: Werk verder aan spelling H3 en H4, gebruik het werkdocument van Classroom OF bereid je voor op het SO lezen (bestudeer theorie H1 en H2 en maak opdrachten)
  • Hoe: Zelfstandig in stilte (muziek luisteren mag)
  • Hulp: Ik blijf in de meet, log in als je een vraag via chat wil stellen of als je uitleg wilt
  • Tijd: Tot 13.30 uur, daarna afsluitende Kahoot

Slide 17 - Tekstslide