4HV leesvaardigheid

Nederlands Leesvaardigheid
Vorige keer:
  • onderwerp; waar gaat de tekst over?
  • hoofdgedachte: wat wil de schrijver over het onderwerp vertellen? (te vinden door het lezen van titel, inleiding en slot)
  • schrijfdoel / tekstsoort; afhankelijk van de hoofdgedachte!
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nederlands Leesvaardigheid
Vorige keer:
  • onderwerp; waar gaat de tekst over?
  • hoofdgedachte: wat wil de schrijver over het onderwerp vertellen? (te vinden door het lezen van titel, inleiding en slot)
  • schrijfdoel / tekstsoort; afhankelijk van de hoofdgedachte!

Slide 1 - Tekstslide

Overzicht  tekstsoort - schrijfdoel
uiteenzetting                -               informeren/uiteenzetten
beschouwing                -               opiniëren/aan het denken zetten
betoog                              -               overtuigen
activerende tekst        -               de lezer activeren

Slide 2 - Tekstslide

stof voor deze les:
tekststructuren : blz 22-23 HAVO
blz 20-21 VWO
Betoog/Beschouwing/Uiteenzetting: blz 69-73 HAVO //
blz 66-70 VWO

Slide 3 - Tekstslide

Deze les:
We leren over inleiding , midden en slot.
We leren over tekststructuren.
Aan het einde van de periode: LET Leesvaardigheid (4x)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Welke tekststructuur past niet bij het betoog?
A
probleem-oplossingsstructuur
B
argumentatiestructuur
C
verschijnsel-verklaringsstructuur
D
verschijnsel-besprekingsstructuur

Slide 6 - Quizvraag

Welke tekststructuur past niet bij de beschouwing?
A
probleem-oplossingsstructuur
B
argumentatiestructuur
C
verschijnsel-verklaringsstructuur
D
voor- en nadelenstructuur

Slide 7 - Quizvraag

Welke tekststructuur past niet bij de uiteenzetting?
A
probleem-oplossingsstructuur
B
voor- en nadelenstructuur
C
vraag-antwoordstructuur
D
verschijnsel-verklaringsstructuur

Slide 8 - Quizvraag

Opdrachten
Hierna volgen verschillende opdrachten waarbij je de geleerde theorie moet toepassen. Lees steeds goed de vraag en de tekstfragmenten en neem de tijd om het juiste antwoord te geven. Succes!

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

De door jou gelezen tekst is niet compleet. Het zijn de eerste vier alinea's ervan.
1. Bepaal tot en met welke alinea de inleiding loopt
2. Geef aan waarom jij denkt dat dat zo is

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

De door jou gelezen tekst is niet compleet. Het zijn de eerste drie alinea's ervan.
1. Bepaal tot en met welke alinea de inleiding loopt
2. Geef aan waarom jij denkt dat dat zo is

Slide 13 - Open vraag

Sleepvraag: 
Sleep de juiste inleiding naar de juiste tekststructuur
argumentatie-
structuur
aspecten-
structuur
probleem/
oplossing-
structuur
verklarings-
structuur
voor- en
nadelen-
structuur
inleiding:
stelling,
standpunt
inleiding:
samenvatting van de verschillende onderdelen
inleiding:
probleem
inleiding:
bepaald
verschijnsel
inleiding:
vraag
of 
stelling

Slide 14 - Sleepvraag

Dit is het slot van de tekst: " 's Ochtends koeien melken, 's middags op het ijs."
Dit is het slot van de tekst: "Pak de tabakslobby keihard aan."
Tekst 1

Tekst 2

Slide 15 - Tekstslide

Het slot van tekst 1 (koeien/schaatsen)
is een:
A
herhaling van het standpunt
B
samenvatting
C
aanbeveling/advies
D
toekomstverwachting

Slide 16 - Quizvraag

Het slot van tekst 2 (tabakslobby)
is een:
A
herhaling van het standpunt
B
samenvatting
C
aanbeveling/advies
D
toekomstverwachting

Slide 17 - Quizvraag

Een tekst is gebaseerd op de argumentatiestructuur. Wat staat er in de inleiding?

Slide 18 - Open vraag

Een tekst is gebaseerd op de vraag/antwoordstructuur. Wat staat er in het middenstuk?

Slide 19 - Open vraag

Een tekst is gebaseerd op de probleem/oplossingstructuur. Wat staat er in het slot?

Slide 20 - Open vraag

Wat heb je geleerd - 1
  • De inleiding loopt tot en met het moment dat je weet wat
       het onderwerp / de hoofdvraag / het standpunt is
  • Het middenstuk start met het geven van
       uitleg / antwoorden / oplossingen / argumenten
  • Het slot rondt het geheel af met een 
       samenvatting / conclusie / aanbeveling / toekomstvisie / herhaling van het standpunt

Slide 21 - Tekstslide

Wat heb je geleerd - 2
Er zijn verschillende tekststructuren, die afhankelijk van de hoofdgedachte, worden gebruikt. Elk met een andere inhoud van inleiding - middenstuk - slot.

Slide 22 - Tekstslide