schoolkrant_les9_verhaal of gedicht deel 2 online

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het eind van deze opdracht kun je:
  • in je eigen woorden omschrijven wat fictie is.
  • bij teksten onderscheid maken tussen
    fictie en non-fictie.
  • voorbeelden noemen van fictie en non-fictie
    in teksten en andere media.
  • zelf fictie schrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderwerpen project schrijven:

Informatieve tekst:
  • interview ouders over schooljaren
  • artikel over je favoriete sport of over je mooiste vakantie.

Betoog:
  • ingezonden brief over coronamaatregelen op school
  • column over camera's op school of over je docent Nederlands
  • recensie van een film of boek

Fictie:
  • fantasieverhaal of
  • gedicht, minimaal 20 regels

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide


Wat is poëzie?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

     Wat is poëzie?
Poëzie is een taalspel en het draait (vaak) om emotie.

Een gedicht kan verschillende betekenissen hebben.
Die betekenissen zie je vaak pas na een paar keer lezen. Of na elke keer lezen zie je weer een andere betekenis.

Dat komt door de manier van schrijven: veel wit, korte zinnetjes (zgn. verzen), woorden met verschillende betekenissen, beeldspraak, illustraties.


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

     Wat is een gedicht?
sms-gedicht
stiftgedicht

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stapelgedicht

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paul van Ostaijen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

De leerlingen gaan zinnen maken, door hun antwoorden te combineren.
Gebruik niet teveel lidwoorden en werkwoorden. De zinnen moeten een beetje ‘abstract’ blijven. Het is wel toegestaan om bijvoegelijke naamwoorden toe te voegen om een sfeer of gevoel te benadrukken. “Ik ben spaghetti in een vliegtuigstoel” klinkt minder spannend dan “Ik ben blauwe spaghetti in angstige vliegtuigstoel”.

Ze maken het gedicht net zo lang, totdat alle opgeschreven woorden over henzelf gebruikt zijn.

Slide 13 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Zijn er vragen?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Schrijf een:
           
            kort verhaal van minimaal 300 woorden

of
            gedicht van minimaal 20 regels

De opdracht staat weer in Magister.  

Deadline: maandag 15 maart 2021        9:00 uur

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De regels:
Het verhaal:
  • Minimaal 300 woorden
  • Fictie (spannend verhaal, sprookje, dagboek, enz.)
  • kies een perspectief (alwetende verteller, ik-verteller of personale verteller)
  • Goede structuur (plot).
  • Bedenk een goede plotvraag.
  • Zorg voor een conflict (probleem dat de hoofdpersoon moet oplossen)
  • Zorg voor een goede opbouw (inleiding, midden, slot)


Het gedicht:
  • minimaal 20 regels
  • zorg voor een mooie opmaak
  • gebruik witregels

Omdat het gedicht korter is dan het verhaal, worden bij het gedicht de opmaak, klank, ritme en vorm ook beoordeeld.





Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat ga je schrijven?
A
Een fantasieverhaal
B
Een gedicht

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Tot de volgende keer!

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies