Les 2 - 5.2 - Rome op veroveringstocht - 5.3 Caesar, Augustus en de keizers - BUI

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Herhaling + inhalen aantekeningen
aantekening 5.2

Slide 2 - Tekstslide

Wie had er vetorecht
A
Senaat
B
Consuls
C
volksvergadering
D
De koning

Slide 3 - Quizvraag

Noem drie taken van een consul.

Slide 4 - Open vraag


Wie waren er machtiger:
De 2 consuls of de senaat?
A
De consuls, want zij mochten besluiten nemen en rechtspreken.
B
De senatoren, want zij kozen de consuls, en bleven voor hun hele leven in de senaat.

Slide 5 - Quizvraag

Consuls
  • betekent 'raadgever'
  • Twee consuls (elkaar controleren)
  • Leidden de vergaderingen van de senaat
  • Mogen wetsvoorstellen doen
  • Mogen oorlog voeren tegen vijanden/voeren leger aan
  • Hadden vetorecht (maatregel tegenhouden)
  • Ieder jaar nieuwe consuls gekozen, eerst door het volk, later door de senaat

Slide 6 - Tekstslide

De senaat
  • komt van 'senex' = 'oude man'
  • Benoemde consuls & gaf hen advies
  • Voor het leven benoemd (!)
  • onder andere over: buitenlandse politiek, staatsfinanciën, openbare werken en veiligheid
  • 80 v.Chr. - 600 senatoren(!)

Slide 7 - Tekstslide

Aristocratie
  • Senaat of consul: ALLEEN als je afstamde van de belangrijkste en rijkste families uit de stad
  • Kleine groep rijke families had dus de macht
  • Dit noem je 'aristocratie' ('regering door de besten')

Slide 8 - Tekstslide

De 'gewone' bevolking
  • Mannen, vrouwen, kinderen, slaven  en vreemdelingen
  • Weinig tot geen invloed
  • Verzet!

  • Oprichting volksvergadering
  • Alleen mannen met burgerrecht (verdeeld naar inkomen)
  • Mochten zaken bespreken, maar de senaat had de macht. 
  • Welke burgerrechten heb jij?

Slide 9 - Tekstslide

5.2 - Rome op veroveringstocht

Slide 10 - Tekstslide

Vandaag
Aantekeningen 5.2 Rome op veroveringstocht
Inleveren en nakijken huiswerk 5.2
Start 5.3 Caesar, Augustus en de keizers
Kenmerkend Aspect
 


Slide 11 - Tekstslide

Wat je van deze paragraaf moet kennen en kunnen
  • Je kunt vier redenen benoemen voor het succes van het Imperium Romanum
  • Je kunt uitleggen waarom generaals in het Romeinse Rijk vaak meer macht en aanzien kregen dan de echte leiders van de Republiek

Slide 12 - Tekstslide

Rome op veroveringstocht
  • Tussen 500 v.Chr. en 275 v.Chr. - grondgebied veroveren van andere volken in Italië
  • 146 v.Chr. - Griekenland veroverd (daarvoor ook alle Griekse koloniën).
  • Veroverde gebieden werden provincies van het rijk - onderdeel van het Imperium Romanum (het Romeinse rijk)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Kenmerkend Aspect
De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde

Slide 15 - Tekstslide

4 redenen voor succes
1. De Romeinen bouwden goede wegen, waardoor legers zich makkelijk en snel konden verplaatsen

2. Romeinse soldaten waren goed getraind bewapend

Slide 16 - Tekstslide

4 redenen voor succes
3. Rome sloot bondgenootschappen met overwonnen gebieden, zodat ze zich niet gingen verzetten.

4. De grote rijkdom van het Romeinse rijk, door een goed systeem van belastingheffing

Slide 17 - Tekstslide

Populaire Generaals
  • Soldaten vaak lang van huis
  • generaal betaalde hun soldij
  • Hierdoor waren ze vaak trouw aan hun generaal en bereid te sterven in de strijd voor Rome
  • door hun populariteit werden generaals soms tot consul gekozen

Slide 18 - Tekstslide

Dusss... verklaar nu nog eens waarom het Romeinse Rijk zo groot kon worden? Geef minimaal 2 oorzaken.

Slide 19 - Open vraag

Inleveren en nakijken huiswerk 5.2. Dat was: 

Lees 5.2.3
Maak 7a t/m 8

Slide 20 - Tekstslide

Start 5.3 Caesar, Augustus en de keizers
Tijd voor een verhaal

Slide 21 - Tekstslide

Waarom zijn er 2 consuls in Rome?
A
Omdat ze veel werk moeten doen
B
Zodat er een man én vrouw consul zijn
C
Zodat één van de 2 weinig hoeft te doen
D
Zodat ze elkaar kunnen controleren

Slide 22 - Quizvraag

Welke bestuursvorm was er in Rome (waar we het vorige week over hadden)?
A
Aristocratie
B
Monarchie
C
Tirannie
D
Democratie

Slide 23 - Quizvraag

Waarom werd de volksvergadering opgericht?

Slide 24 - Open vraag