In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 20 min
Onderdelen in deze les
GROEP 6
THEMA 4 - WEEK 2 - LES 7
Slide 1 - Tekstslide
VOORKENNIS
Hoe kun je ook alweer de persoonsvorm vinden?
Slide 2 - Tekstslide
LESDOEL
We leren een zin in zinsdelen te verdelen
Slide 3 - Tekstslide
Een zinsdeel is een stukje in een zin met een bepaalde functie. Het geeft bijvoorbeeld aan wie, wat wanneer of hoe. Het kan één woord zijn of een groepje woorden.
Elk deel dat in een vertelzin kan voor de persoonsvorm kan worden geplaatst is een zinsdeel.
De persoonsvorm is ook een zinsdeel.
Slide 4 - Tekstslide
IK
De kinderen krijgen op vrijdagavond een ijsje.
STAP 1
Wat is de pv?
STAP 2
Welke delen kunnen voor de pv staan?
Slide 5 - Tekstslide
Wij
De juf komt met de auto naar school.
STAP 1
Wat is de pv?
STAP 2
Welke delen kunnen voor de pv staan?
Slide 6 - Tekstslide
JULLIE
Maak samen de opdrachten op het werkblad
Slide 7 - Tekstslide
In welke zin zijn de zinsdelen goed verdeeld?
JIJ
A
Mees eet / chocola.
B
Mees / eet chocola.
C
Mees / eet / chocola.
Slide 8 - Quizvraag
In welke zin zijn de zinsdelen goed verdeeld?
A
De vrouw / lacht naar / het meisje.
B
De/vrouw lacht/naar het meisje.
C
De vrouw / lacht / naar het meisje.
Slide 9 - Quizvraag
Maak 'eerst proberen' op bladzijde 122.
Als je klaar bent kijkt de juf het na en hoor je met welke opdracht je mag beginnen.