Pijn

Pijn
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

Pijn

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud 
  • Wat is pijn, hoe werkt het?
  • Pijnbeleving
  • Verschillende soorten pijn
  • Meten van pijn; Opdracht
  • quiz 
  • Bespreken volgende les  

Slide 2 - Tekstslide

Pijn

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

Wat vindt je van Peter z'n reactie?

Slide 5 - Open vraag

Pijngedrag
  • Interactie tussen individu en sociale wereld. 

  • Pijndrempel, hoe lang het duurt voordat men pijn ervaart. 

  • Pijntolerantie, of men de pijn kan verdragen. Wordt beïnvloed door: 
geslacht, leeftijd, verleden, sociale oriëntatie (persoonlijkheid), verdovende middelen en cultuur 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Pijnbeleving

Slide 8 - Tekstslide

Verschillende soorten pijn

Slide 9 - Woordweb

Soorten pijn
  • Acute pijn
Wanneer een weefsel beschadigt en als gevolg daarvan direct pijn optreedt,

  • Chronische pijn
Naast weefselschade spelen hier ook andere lichamelijke en psychische factoren een rol en houd deze pijn langer aan.  (langer dan 3 - 6 maanden) 

Slide 10 - Tekstslide

Nociceptieve pijn 
Treed op bij weefsel schade
  • Somatische pijn:
Weefselschade van de huid, spieren en botten. Wordt ervaren als een constante, klagende, kloppende stekende of zeurende pijn. Locatie kan goed aangegeven worden.
  • Viscerale pijn:
Weefselschade aan organen, vaak aanvalsgewijs. locatie moeilijk aan te geven. (referred pain)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Referred pain
Vertaling; doorgestuurde of gerefereerde pijn

Pijn die op een andere plaats gevoeld wordt dan waar de pijn eigenlijk vandaan komt.
Afkomstig van organen in de borst of buik, en wordt elders in het lichaam gevoeld. 

Oorzaak; gevoelszenuwen van huid en organen komen samen in hetzelfde ruggenmergsegment 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Neuropathische pijn
Ook bekend als zenuwpijn, wordt veroorzaakt door beschadiging van de zenuwen. Hierdoor ontstaan pijnprikkels die geen functie hebben. 

Vaak ervaren als:
  • Brandend
  • Elektrisch 
  • Vaak chronisch
  • Moeilijk te behandelen

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Fantoompijn
Pijn in een ledemaat dat is geamputeerd of nooit heeft bestaan

Vaak ervaren als:
  • Tintelend
  • Brandend

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Pijn behandelen

Slide 19 - Woordweb

Behandeling 
  • Medicamenteuze behandeling 
Verschillende soorten medicatie voor verschillende soorten pijn

  • Niet-medicamenteuze behandeling
Informeren en geruststellen
Immobiliseren 

Slide 20 - Tekstslide

Pijn Meten

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht
Groep 1:
Visuele analoge schaal (VAS) 

Groep 2:
Numeric rating scale (NRS)

Groep 3:
Verbal Rating scale (VRS) 


Slide 22 - Tekstslide

Visuele analoge schaal (VAS)
  • Goed zicht, goede concentratie, coordinatie, en begrip van de getallen. Minder geschikt voor kinderen onder de 5 jaar en ouderen boven de 67 jaar. 

Slide 23 - Tekstslide

Numeric Rating scale (NRS)
  • Kan zowel verbaal als schriftelijk worden gebruikt, eenvoudig in gebruik. Concentratie, coördinatie en getal begrip voor nodig.  Minder geschikt voor kinderen onder de 5 jaar en ouderen boven de 67 jaar. NRS-score 4 of hoger pijn behandelen.

Slide 24 - Tekstslide

Verbal rating scale (VRS)
  • 3 varianten beschikbaar :
  • VRS-4: Geen, licht. matig, ernstig
  • VRS-5:  Geen, licht, matig, ernstig, ondragelijk
  • VRS-6: Geen, heel licht, licht, nogal, ernstig, heel ernstig
  • Geschikt voor oudere zorgvragers.

Slide 25 - Tekstslide

Quizvragen

Slide 26 - Tekstslide

Neuropathische pijn wordt vaak ervaren als.....
A
Aanvalsgewijs, diepe of knijpende pijn
B
een brandend of elektrisch schietend gevoel

Slide 27 - Quizvraag

Pijn is ....
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 28 - Quizvraag

Pijn bij het snijden in je vinger is
A
Acute pijn
B
Chronische pijn
C
Viscerale pijn
D
Fantoompijn

Slide 29 - Quizvraag


Fantoompijn is..
A
Acute pijn
B
Chronische pijn

Slide 30 - Quizvraag

Somatische pijn komt door weefselschade aan.....
A
Huid, spieren en botten
B
organen

Slide 31 - Quizvraag

Volgende Les


Pijn en Medicatie 

Slide 32 - Tekstslide