Formuleren hoofdstuk 1

Voegwoorden?
1 / 11
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Voegwoorden?

Slide 1 - Woordweb

Lesdoel formuleren

Aan het eind van deze paragraaf kan/weet je:

- wat enkelvoudige en samengestelde zinnen zijn;

- de meeste verbindingswoorden juist gebruiken;

- wat de regels zijn voor het gebruik van komma's.

Slide 2 - Tekstslide

Zelf oefenen
Maak van de volgende twee korte zinnen een nieuwe zin. Soms moet je de volgorde van de woorden veranderen. Zet punten en komma's waar dat nodig is. Gebruik de verbindingswoorden want - maar - omdat - en - zodat.

Slide 3 - Tekstslide

De computer is kapot gegaan / de laptop doet het gelukkig nog

Slide 4 - Open vraag

Ajax heeft met 3-0 gewonnen van Sparta / Vitesse heeft met 1-1 gelijkgespeeld tegen Heracles

Slide 5 - Open vraag

Onze auto kon niet verder rijden / de benzinetank was helemaal leeg

Slide 6 - Open vraag

Het regende pijpenstelen vanochtend / ik kwam doornat op school aan

Slide 7 - Open vraag

Ik vind de gymlessen leuk / je hoeft niet steeds stil te zitten

Slide 8 - Open vraag

Zo maak je goede zinnen:
  • Schrijf zinnen met hoofdletters en leestekens.
  • Ga na een punt op dezelfde regel verder.
  • Gebruik voegwoorden.
  • Gebruik komma's: voor de voegwoorden.
  • Gebruik geen komma bij en

Slide 9 - Tekstslide

Oefenen
Maak opdracht 4 op  blz. 36. 
  1. Maak het eerst zelfstandig. 
  2. Wissel van schrift met je buurvrouw/buurman.
  3. Vul aan of verander waar nodig.
  4. Bespreek samen het werk.
Klaar?
=> Maak opdracht 3 van Formuleren hoofdstuk 2 (blz. 77)


Slide 10 - Tekstslide

Evaluatie
Ik kan de meeste verbindingswoorden (voegwoorden) gebruiken.

Ik weet wat de regels zijn voor het gebruik van de komma's. 

Slide 11 - Tekstslide