H3C - les 6 - H2.5 en H3.5 Spelling

Welkom! 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom! 

Slide 1 - Tekstslide

 

  • lesdoelen
  • bespreken opdrachten
  • uitleg theorie H3.5 Spelling
  • maken opdrachten
  • checken lesdoelen
Wat gaan we doen?

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Aan het einde van deze les heb je gecontroleerd hoe het gaat met
     het spellen van de pv tt en pv vt (ook van moeilijke, Engelse
     werkwoorden) én de meervouds-n bij verwijzingen.
  • Aan het einde van deze les weet je weer hoe je het voltooid
     deelwoord en het onvoltooid deelwoord correct spelt.

Slide 3 - Tekstslide

4a.

Het is belangrijk dat je je goed (voorbereiden) op een taak die je moet uitvoeren, zelfs als je een bankovervaller bent.
A
voorbereid
B
voorbereidt
C
voorbereit
D
voorbereiden

Slide 4 - Quizvraag

4d.

Of eentje die foto's en filmpjes van de beroving op Instagram (uploaden).
A
upload
B
uploadt

Slide 5 - Quizvraag

7a.

Sommige/sommigen mensen vinden wetten sowieso raar,
maar de BBC organiseerde een verkiezing voor de drie
vreemdste/vreemdsten.
A
sommige, vreemdste
B
sommige, vreemdsten
C
sommigen, vreemdste
D
sommigen, vreemdsten

Slide 6 - Quizvraag

7d.

Andere/anderen stemden voor de wet die voorschrijft dat
uitsluitend zwangeren overal, zelfs in de helm van een
politieman, hun behoefte mogen doen.
A
Andere
B
Anderen

Slide 7 - Quizvraag

Engelse werkwoorden
Ik delete                Ik deletete
Hij deletet             Hij deletete
Wij deleten           Wij deleteten

E-mailen? Copy-pasten...?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag!
H2.5 Spelling
- nakijken opdr. 4 t/m 7

H3.5 Spelling, vanaf blz. 116
- maken opdr. 5 en 6
- bestuderen theorie 'Hoofdletters'
- maken 7c en je mag ook alvast een begin maken met opdr. 8

Slide 10 - Tekstslide

Even terug naar de lesdoelen
Hoe gaat het met het spellen van de pv tt en pv vt? En de meervouds-n bij verwijzingen?

En is je kennis over het voltooid deelwoord en onvoltooid deelwoord weer voldoende opgefrist?

Slide 11 - Tekstslide