In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Planning van de les
Terugkijken naar het leerdoel van de vorige les:
- Ik kan de grafiek bij de vergelijking van een lijn tekenen.
Uitleg leerdoelen:
- Ik weet wat een halfvlak en een grenslijn is.
- Ik kan een halfvlak tekenen bij een lineaire ongelijkheid
Werken aan huiswerk
Slide 2 - Tekstslide
Gegeven is de formule Herleid deze tot de vorm
3y−6x=12
y=ax+b
Slide 3 - Open vraag
Bereken de coördinaten van het snijpunt van de lijnen bij de formules en
3y−6x=12
x−2y=7
Slide 4 - Open vraag
Kees heeft nog €6,25 in zijn portemonnee en wil hiervoor zowel drop als snoep komen. Drop kost €0,75 per 100g en snoep €1,25 per 100 g. Hoeveel gram snoep kan hij kopen als hij ook 500g drop neemt?
Slide 5 - Open vraag
Bij het vorige verhaal wordt het verband tussen de hoeveelheid drop en snoep gegeven door: 0,75d + 1,25s = 6,25. Waarom ook alweer?
Slide 6 - Open vraag
6.4 Vergelijkingen van lijnen
- Ik weet wat een halfvlak en een grenslijn is.
- Ik kan een halfvlak tekenen bij een lineaire ongelijkheid.
Slide 7 - Tekstslide
Dus het voorbeeld samengevat:
Kees heeft nog €6,25 in zijn portemonnee en wil hiervoor zowel drop als snoep komen.
Drop kost €0,75 per 100g en snoep €1,25 per 100 g.
Hierbij wordt het verband
tussen de hoeveelheid drop
en snoep gegeven door:
0,75d + 1,25s = 6,25.
En deze grafiek hoorde daar bij
Slide 8 - Tekstslide
Kees wil voor maximaal €6,25 zowel drop als snoep komen. Drop kost €0,75 per 100g en snoep €1,25 per 100 g. Waarom past hier onderstaande ongelijkheid bij?
0,75d+1,25s≤6,25
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Hoe kun je van de grafiek van 0,75d + 1,25s = 6,25 een halfvlak maken die hoort bij de ongelijkheid
0,75d+1,25s≤6,25
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Teken het halfvlak bij de onderstaande ongelijkheid, zet r op de horizontale as.
5p+3r≤30
Slide 13 - Open vraag
huiswerk voor de volgende les:
Zorg dat je de volgende leerdoelen beheerst:
- Ik weet wat een halfvlak en een grenslijn is.
- Ik kan een halfvlak tekenen bij een lineaire ongelijkheid.
Maak minimaal de opgaven 17, 19, 20ab en 21 van paragraaf 6.4