V2 ch2 22-01-2021

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire?
- répéter vocabulaire
- répéter la négation
- répéter les phrases clés
Au travail!

Slide 2 - Tekstslide

Le bras
le genou
Le ventre
la jambe
l'oreille
Le pied
Le nez
La bouche

Slide 3 - Sleepvraag

Vertaal: het oog

Slide 4 - Open vraag

vertaal: de ogen

Slide 5 - Open vraag

l'homme
avoir besoin de
l'eau
la distance
la vitesse
dommage
j'ai vu
apprendre
leren
het water
de mens/ de man
de snelheid
ik heb gezien
nodig hebben
jammer
de afstand

Slide 6 - Sleepvraag

Vertaal: La distance
A
de snelheid
B
de afstand
C
het lichaam
D
iemand

Slide 7 - Quizvraag

Vertaal: La plupart
A
de meeste
B
de minste
C
daarentegen
D
overleven

Slide 8 - Quizvraag

Vertaal: Le coeur
A
het hoofd
B
het oor
C
het hart
D
de longen

Slide 9 - Quizvraag

Vertaal: Het spijt me

Slide 10 - Open vraag

avoir besoin de = nodig hebben.
Hoe vertaal je: Ik heb nodig

Slide 11 - Open vraag

Vertaal: Wij hebben zin om te bewegen (combinatie van woordjes)

Slide 12 - Open vraag

Maak ontkennend:
Je me sens bien (niet)

Slide 13 - Open vraag

Let op!
Na een ontkenning vernaderen  un/une/des/du/de la/de l' in 
de of d'

Bijvoorbeeld:
Elle a de la fièvre --> Elle n'a pas de fièvre.
Il fait du foot --> Il ne fait pas de foot.
Maar: Il regarde la télé --> il ne regarde pas la télé.

Slide 14 - Tekstslide

Let op!
Il y a  = er is/er zijn

a is in dit gedeelte de persoonsvorm. Toch plaats je de ontkenning anders:

Il n'y a pas

Slide 15 - Tekstslide

Maak ontkennend (denk aan de tips)
Il fait du foot (niet)

Slide 16 - Open vraag

Maak ontkennend.
Nous regardons la télé. (nooit)

Slide 17 - Open vraag

Maak ontkennend:
vous avez mangé (niets)

Slide 18 - Open vraag