1.1 Functies (VWO)

• Wiskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

H1. Lineaire en exponentiele functies

1.1 Functies

Leerdoelen

• Je leert wat een afhankelijke variabele en een onafhankelijke variabele is.
  
• Je leert wat een functie, een functievoorschrift en een functiewaarde is.

Functies en variabelen

De functienotatie

Lineaire, kwadratische, constante en exponentiële functies

Samengevat:

B=20k−30

Uitleg 1.1 - functies

.

B  is een functie  van k

B=20k−30

.

B  is een functie  van k

Functievoorschrift 

B=20k−30

B(k)=20k−30

.

B  is een functie  van k

Functievoorschrift

Functiewaarde - uitkomst van de functie 

B=20k−30

B(k)=20k−30

.

B  is een functie  van k

Functievoorschrift

Functiewaarde - uitkomst van de functie 

Welke functiewaarde hoort bij k = 3

B=20k−30

B(k)=20k−30

B(3)=20⋅3−30=...

.

B  is een functie  van k

Functievoorschrift

Functiewaarde - uitkomst van de functie 

Welke functiewaarde hoort bij k = 3

B=20k−30

B(k)=20k−30

B(3)=20⋅3−30=60−30

.

B  is een functie  van k

Functievoorschrift

Functiewaarde - uitkomst van de functie 

Welke functiewaarde hoort bij k = 3

B=20k−30

B(k)=20k−30

B(3)=20⋅3−30=60−30=30

• Afhankelijke variabele - letter die voor het =teken staat
• Onafhankelijke variabele - De letter die je invult, die tussen haken staat
  
  

• Afhankelijke variabele - letter die voor het =teken staat
• Onafhankelijke variabele - De letter die je invult, die tussen haken staat
  
  
• Maak een functievoorschrift  bij de formule 

y=5x+6

• Afhankelijke variabele - letter die voor het =teken staat
• Onafhankelijke variabele - De letter die je invult, die tussen haken staat
  
  
• Maak een functievoorschrift  bij de formule

f(x)=5x+6

• Afhankelijke variabele - letter die voor het =teken staat
• Onafhankelijke variabele - De letter die je invult, die tussen haken staat
  
  
• Maak een functievoorschrift  bij de formule
• Bereken  

f(x)=5x+6

f(−2)

• Afhankelijke variabele - letter die voor het =teken staat
• Onafhankelijke variabele - De letter die je invult, die tussen haken staat
  
  
• Maak een functievoorschrift  bij de formule
• Bereken  
• 
  

f(x)=5x+6

f(−2)

f(−2)=5⋅−2+6=

• Afhankelijke variabele - letter die voor het =teken staat
• Onafhankelijke variabele - De letter die je invult, die tussen haken staat
  
  
• Maak een functievoorschrift  bij de formule
• Bereken  
• 
  

f(x)=5x+6

f(−2)

f(−2)=5⋅−2+6=−4

• Lineair 
• De grafiek is een rechte lijn

f(x)=ax+b

• Lineair 
• De grafiek is een rechte lijn
• Kwadratisch
• Grafiek is een parabool

f(x)=ax+b

f(x)=ax​2​​+bx+c

• Lineair 
• De grafiek is een rechte lijn
• Kwadratisch
• Grafiek is een parabool
• Exponentieel
• Grafiek gaat steeds sneller omhoog

f(x)=ax+b

f(x)=ax​2​​+bx+c

f(x)=b⋅g​t​​

Maken en nakijken 

Voorkennis + 1.1