Biologiequiz

Reflectietest
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieHBOStudiejaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 2 min

Onderdelen in deze les

Reflectietest

Slide 1 - Tekstslide

Wat heb je nodig om alleen het aminozuur te bepalen? DNA of RNA
A
DNA
B
RNA

Slide 2 - Quizvraag

Een cel die zijn voedsel van andere organismen haalt, noem je...?
A
Prokaryoot
B
Heterotroof
C
Autotroof
D
Eukaryoot

Slide 3 - Quizvraag

Welk van de cellen heeft geen celkern
A
Bacterien
B
Plantaardige cellen
C
Dierlijke cellen
D
Spiercellen

Slide 4 - Quizvraag

Een cel zonder celkern noem je...?
A
Prokaryoot
B
Heterotroof
C
Autotroof
D
Eukaryoot

Slide 5 - Quizvraag

Wat heeft een eukaryote cel wat een prokaryote cel niet heeft.

Slide 6 - Open vraag

Celskeletten...
A
hebben alleen dierlijke cellen.
B
hebben alleen plantaardige cellen.
C
hebben beide cellen.
D
hebben alleen botcellen van een dierlijke cel.

Slide 7 - Quizvraag

Het endoplasmatisch reticulum geeft je energie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

RNA is dubbelstrengs
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Welk van de cellen heeft geen celwand
A
Bacterien
B
Plantaardige cellen
C
Dierlijke cellen

Slide 10 - Quizvraag

Welk organel zorgt ervoor dat de plant aan fotosynthese kan doen?

Slide 11 - Open vraag

Hoe noem je de druk die een plantencel uitoefent.

Slide 12 - Open vraag

Wat is hier het kleinste van het organisatieniveau?
A
Organel
B
Molecuul
C
Microdeeltje
D
Ecosysteem

Slide 13 - Quizvraag

Geef (Binastabel 71G) van dit codon de (symbolen), gescheiden door komma. UUAGACACA

Slide 14 - Open vraag

De ribosomen maken...(wat voor stof?)

Slide 15 - Open vraag

Wat zit er wel in een plantaardige cel, maar niet in een dierlijke cel?
A
Ribosomen
B
Endoplasmatisch Reticulum
C
Chloroplasten
D
Mitochondiren

Slide 16 - Quizvraag

Een bacterie heeft geen celkern.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Dierlijke cellen zijn...
A
Prokaryoot
B
Eukaryoot

Slide 18 - Quizvraag

Welk van de vier is groter/staat hoger in het organisatieniveau?
A
Orgaan
B
Organel
C
Molecuul
D
Weefsel

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de naam van de enkelvoudige streng zoals op de foto?

Slide 20 - Open vraag

Organen kunnen afgestoten worden door...
A
Bloedsuiker
B
Antigenen
C
Haarvaten
D
Insuline

Slide 21 - Quizvraag

De naam van NORMALE celdeling heet...
A
Meiose
B
Mikrose
C
Eisprong
D
Mitose

Slide 22 - Quizvraag

Zijn er nog dingen waar je vragen over hebt?

Slide 23 - Woordweb